10 dingen die je misschien niet weet over Andrew Jackson

Jackson’s ouders emigreerden uit Ierland.

De ouders van Jackson, Andrew en Elizabeth, werden allebei geboren in het Ierse Land Antrim (in het huidige Noord-Ierland). In 1765 vertrokken zij met hun twee zoons, Hugh en Robert, vanuit de havenstad Carrickfergus naar Amerika. De Jacksons vestigden zich samen met andere Schotse-Ierse presbyterianen in de regio Waxhaws, die Noord- en Zuid-Carolina omspande.

Zowel Noord-Carolina als Zuid-Carolina claimen zijn geboorteplaats te zijn.

De zevende president werd geboren op 15 maart 1767, maar waar precies wordt betwist. De wildernis van Waxhaws lag zo afgelegen dat de precieze grens tussen Noord- en Zuid-Carolina nog moest worden opgemeten. In een brief uit 1824 schreef Jackson dat hem was verteld dat hij in het huis van zijn oom in Zuid-Carolina was geboren, maar historische markeringen in beide staten beweren nog steeds dat Jacksons geboorteplaats de ware is.

Jackson doodde een man in een duel.

De vurige Jackson had de neiging om lasterpraatjes over zijn eer met pistolen te beantwoorden. Historici schatten dat “Old Hickory” aan tussen de 5 en 100 duels heeft deelgenomen. Toen een man genaamd Charles Dickinson Jackson in 1806 in een plaatselijke krant “een waardeloze schurk, een paltroon en een lafaard” noemde, daagde de toekomstige president zijn aanklager uit voor een duel. Op het bevel vuurde Dickinson en raakte Jackson in de borst. De kogel miste Jackson’s hart op nauwelijks meer dan een centimeter. Ondanks de ernstige wond hield Jackson stand, hief zijn pistool en loste een schot dat zijn vijand doodde. Jackson zou de kogel in zijn borst en een kogel uit een volgend duel de rest van zijn leven meedragen.

Hij won driemaal de volksstemming voor president.

Jackson veroverde in 1828 bijna 56% van de volksstemmen bij het winnen van het presidentschap, en hij evenaarde dat cijfer vier jaar later bijna bij zijn herverkiezing. “Old Hickory’ won ook de meeste stemmen, maar niet de meerderheid, tijdens zijn eerste presidentsverkiezingen in 1824. Omdat geen van de kandidaten de meerderheid van de kiesmannen behaalde, werden de verkiezingen van 1824 door het Huis van Afgevaardigden gehouden, dat John Quincy Adams koos, volgens Jacksons aanhangers door een “corrupt koopje” met parlementsvoorzitter Henry Clay, die door Adams tot staatssecretaris werd benoemd. In zijn jaarlijkse boodschappen aan het Congres pleitte Jackson herhaaldelijk voor afschaffing van het kiescollege.

Hij was het doelwit van de eerste poging tot presidentiële moord.

Toen Jackson op 30 januari 1835 het Amerikaanse Capitool verliet, na een herdenkingsdienst voor een congreslid, vuurde een gestoorde huisschilder genaamd Richard Lawrence een pistool op de president af op slechts enkele meters afstand. Toen het pistool van Lawrence niet afging, haalde hij een tweede wapen tevoorschijn en haalde de trekker over. Ook dat pistool ging niet af. Een woedende Jackson viel Lawrence aan met zijn stok terwijl de schutter werd bedwongen. Een later onderzoek wees uit dat de pistolen in perfecte staat verkeerden. De kans dat beide pistolen niet afgingen, bleek 125.000 tegen 1.

Opdat Jackson het niet wist, trouwde hij met zijn vrouw voordat zij wettelijk gescheiden was van haar eerste man.

Toen Jackson in de jaren 1780 naar Nashville, Tennessee, verhuisde, werd hij verliefd op de ongelukkig getrouwde Rachel Donelson Robards. Nadat zij van haar man gescheiden was en in de veronderstelling verkeerde dat zij een wettige scheiding had gekregen, trouwde Robards met Jackson. In feite was de scheiding echter nog niet uitgesproken, en haar eerste echtgenoot beschuldigde haar van overspel. Jackson hertrouwde Robards legaal in 1794, maar het voorval dook weer op in de vervelende presidentscampagne van 1828, toen Jacksons politieke tegenstanders de roddel over het vermeende overspel van zijn vrouw verspreidden. Nadat Rachel Jackson enkele weken na de verkiezing van haar man overleed, geloofde de rouwende gekozen president dat de angst veroorzaakt door de laster haar dood had bespoedigd.

Hij was de enige president die een voormalige krijgsgevangene was.

Tijdens de Revolutionaire Oorlog sloot de 13-jarige Jackson zich als koerier aan bij het Continentale Leger. In april 1781 werd hij samen met zijn broer Robert gevangen genomen. Toen een Britse officier Jackson beval zijn laarzen te poetsen, weigerde de toekomstige president. De woedende roodjas trok zijn zwaard en hakte Jacksons linkerhand tot op het bot af en sneed een gat in zijn hoofd, wat een blijvend litteken achterliet. De Britten lieten de broers na twee weken mishandeling vrij, maar Robert stierf binnen enkele dagen aan een ziekte die hij tijdens zijn gevangenschap had opgelopen.

Hij adopteerde twee inheemse Amerikaanse jongens.

Hoewel hij tijdens zijn militaire carrière campagnes tegen de Creeks en Seminoles leidde en als president de Indiaanse Verhuiswet ondertekende, adopteerde Jackson ook een paar inheemse Amerikaanse kinderen tijdens de Creek-oorlog in 1813 en 1814. Jackson werd zelf wees op 14-jarige leeftijd en stuurde een weeskind met de naam Theodore, die vroeg in 1814 stierf, en een kind met de naam Lyncoya, dat in de armen van zijn dode moeder op een slagveld werd gevonden, terug naar Rachel. “Hij is een wilde die het geluk in mijn handen heeft geworpen,” schreef Jackson aan zijn vrouw over de jongen. Lyncoya stierf in 1828 aan tuberculose, maanden voor Jacksons verkiezing.

Hij was een beruchte gokker.

Jackson had een voorliefde voor gokken- op dobbelstenen, op kaarten en zelfs op hanengevechten. Als tiener vergokte hij de hele erfenis van zijn grootvader tijdens een reis naar Charleston, South Carolina. Jackson’s passie in het leven was racen en wedden op paarden.

Jackson’s portret staat op het biljet van $20, hoewel hij papiergeld verafschuwde.

Gekweldigd door een financiële klap die hij ooit kreeg van gedevalueerde papieren biljetten, was Jackson tegen de uitgifte van papiergeld door staats- en nationale banken. Hij vertrouwde alleen goud en zilver als betaalmiddel en sloot de Tweede Bank van de Verenigde Staten deels vanwege diens vermogen om papiergeld te manipuleren. Het is ironisch dat Jackson niet alleen op het biljet van $20 staat, maar dat zijn portret in het verleden ook is verschenen op coupures van $5, $10, $50 en $10.000, naast het biljet van $1.000 van de Confederatie.

Toegang tot honderden uren historische video, reclamevrij, met HISTORY Vault. Probeer het vandaag nog gratis uit.