Articles

A Dream within a Dream van Edgar Allan Poe

In ‘A Dream within a Dream,’ impliceert Poe dat de tijd wegglijdt uit de greep van de mens a la zand op het strand, waarmee hij aangeeft dat ons bestaan aan het eind inconsequent is/ louter een abstractie. Het gedicht bestaat uit 24 coupletten, verdeeld in 2 strofen, één van 11 regels en één van 13 regels. De dichter ervaart diepten van ontmoediging en wanhoop. Terwijl het gedicht wordt ontleed om de stemming, motivatie en inherente omwentelingen die zijn leven onderging te evalueren. Getraumatiseerd door die gebeurtenissen, begint de dichter aan dit sombere poëtische meesterwerk.

Een droom in een droom van Edgar Allan Poe

Verken Een droom in een droom

  • 1 Poëtische structuur
  • 2 Poëtische vorm
  • 3 Analyse van Een droom in een droom
  • 4 Historisch perspectief
  • 5 Persoonlijk commentaar

Wij hebben dit gedicht twee keer geanalyseerd

Wij vinden ‘Een droom in een droom’ zo mooi, dat we ervoor gezorgd hebben dat twee van onze poëzie-experts het voor u analyseren met verschillende interpretaties.

Lees de tweede analyse

Poëtische structuur

Over het geheel genomen verandert de structuur van het gedicht aanzienlijk. Het is een juxtapositie van iambische tetrameter en anapests in één gedicht gestrooid. Daardoor krijgt het gedicht een dromerig/wazig effect. De dingen nemen een drastische wending zoals bij dromen het geval is.

De rijmschema’s in dit gedicht zijn ook anders. Het hele schema kan worden samengevat als A-A-A-B-C-D-E-E-F-F-G-H-H-I-I. Het geheel van het gedicht fungeert als coupletten. Meer nog, tweemaal, in twee strofen, lijken drie verzen te rijmen, wat het hele gedicht enig evenwicht geeft.

Poëtische vorm

De poëtische vorm van Een droom binnen een droom is lichtelijk grillig. Elk vers in dit gedicht bestaat uit drie voeten. Een iamb is daardoor de dominante voet. Bijvoorbeeld, ‘Hoe weinigen! Maar hoe kruipen ze’ is zo’n vers. Op dezelfde voet zijn ook andere verzen op deze manier opgebouwd. Edgar Allan Poe was in een nogal anapestiche stemming, zoals blijkt uit talrijke voorbeelden in dit gedicht.

In totaal telt het gedicht 9 coupletten en 2 drietallen. De eerste strofe begint met een drietal, gevolgd door coupletten.

Analyse van Een droom in een droom

Stanza 1

Neem deze kus op het voorhoofd!

En als ik nu van je scheid

Zoveel wil ik bekennen

Je hebt geen ongelijk, die meent

dat mijn dagen een droom zijn geweest

Maar als de hoop is vervlogen

In een nacht, of in een dag

In een visioen, of in geen

Is het daarom minder weg?

Al wat we zien of lijken

Is slechts een droom in een droom

In de eerste strofe eist de verteller een afscheidskus op het voorhoofd. Hoewel de kus het afscheid aanduidt, is het in het geval van Poe meestal een melancholisch einde. Het toeval wil dat de verteller voorgoed afscheid lijkt te nemen van zijn geliefde. Als ze uit elkaar gaan, bevestigt de verteller dat haar idee al die tijd juist was; zijn dagen met haar waren slechts een droom. De verteller realiseert zich dit achteraf als ze uit elkaar gaan. De verteller is in door ontzag over hoe de tijd vloog die ze samen doorbrachten. Het was een la trance toestand, een dromerige affaire die voor de verteller abrupt eindigde. Hij vraagt zich dan ook af of deze tijd een meetbare kwaliteit had of slechts een verzinsel van zijn verbeelding was. Het lijkt erop dat de verteller in het reine is gekomen met de harde realiteit van het leven en de kneepjes van het vak begint te leren.

Zo indicatief lijkt de verteller niet klaar om afscheid te nemen, het voelt gewoon te desoriënterend. Hij vraagt zich af hoe het zit met hoop en de premissen ervan. Welke rol speelt hoop in deze romantische verstrengeling? Als de hoop het raam uitgaat, dan is het doek voor een relatie. Of het nu dag/nacht is, als de hoop weg is, is ook alles weg. Hij is van mening dat zolang er hoop is, zelfs een droom werkelijkheid kan lijken. Als de geliefde wegloopt, lijkt de romantische verstrengeling voor hem een soort sprookje. In wezen kan de vrouw een droom voor hem zijn. Een droom die al lang verloren is en vervaagt naarmate de tijd verstrijkt.

In de slotregels is de dichter eindelijk in het reine gekomen met de werkelijkheid. Hij vindt dat de vrouw de spijker op de kop sloeg toen hij beweerde dat zijn leven slechts een droom/ quasi-realiteit was. Als hij uit de tunnelvisie van het gedicht stapt, geldt dit ook voor ieder individu.

De dichter brengt vervolgens het centrale thema van het gedicht in de slotregels. Hij stelt dat het hele menselijke bestaan slechts een deel is van een uitgebreide droom, ingekapseld in een gecompartimenteerde droom.

De interpretatie is open, want de volgende beweringen kunnen worden afgeleid:

  • Alle menselijke zintuiglijke ervaringen zijn slechts een hallucinatie die door mensen wordt ervaren, een verzinsel van hun verbeelding en illusies.
  • Als een mens uit de secundaire droom wil breken, zit hij nog steeds gevangen in een primaire droom
  • Wat betekenen werkelijkheid en dromen? Hoe verschilt de mens van beide?

Stanza 2

Ik sta te midden van het gebulder

Op een door de branding getormenteerde kust,

En ik houd in mijn hand

Korrels van het gouden zand –

Hoe weinigen! maar hoe kruipen ze door mijn vingers naar de diepte,

terwijl ik ween -terwijl ik ween!

O God!

Kan ik ze niet steviger vastgrijpen?

O God! Kan ik niet

Een redden van de genadeloze golf?

Is alles wat we zien of lijken

Niet meer dan een droom in een droom?

De spreker heeft de setting in zijn volgende strofe enigszins veranderd. Hij stelt zich voor dat hij op een zonovergoten strand staat, badend in het warme zonlicht. Terwijl hij op het strand staat, schept hij wat zand in zijn handpalm. Hij creëert een prachtige beeldspraak door op kunstmatige wijze zeegolven te construeren die luid op het strand slaan. De lucht is luid van de branding die op de kust slaat; de dichter heeft grotere vissen te vangen. Of de dichter nu daadwerkelijk aan zee is of een beeld aan het scheppen is, doet hier niet ter zake, gezien het grotere geheel dat hier wordt geschetst.

De dichter lijkt te huilen over de tijd en haar nonchalante gedrag jegens de mens in het algemeen. Terwijl hij een zandkorrel in zijn hand houdt, sluipt die er uiteindelijk uit, de dichter hoog en droog achterlatend. Edgar Allan Poe gebruikt metafoor en personificatie in deze strofe. Hij verwijst naar het ‘zand’ als ‘tijd’ en ‘diep’ verwijst naar ‘oceaan’.

Zoals het oude gezegde luidt, tijd en getijde wachten op niemand, lijkt de dichter hulpeloos, overgeleverd aan de genade van de tijd. Hij huilt van angst en verdriet. Nu lijkt hij een beroep te doen op God om de tijd een moment stil te zetten om te genieten van het moment in al zijn glorie. Hij zou kunnen zinspelen op de vrouw die hij eens in zijn leven had en die op het punt stond hem te verlaten. Het zand zou een toespeling kunnen zijn op die vrouw.

De bulderende branding kan een voorstelling zijn van de werkelijkheid die hard op het dromerige landschap van de dichter inbeukt. Het resultaat is dat hij, hoe hard hij ook probeert, uiteindelijk het zand uit zijn greep loslaat. Ongeacht zijn pogingen wint de realiteit uiteindelijk en sleurt hem uit zijn zelfgecreëerde utopie.

In hindsight, zou de dichter kunnen bedoelen dat het leven een doorlopend proces is van inkomende en uitgaande mensen/ dingen. Niets is blijvend, of het nu geluk of verdriet is.

De spreker is vol hoop, ondanks zijn tekortkomingen. In de eerste strofe beweerde hij de theorie als mensen ingekapseld in een droomachtige toestand. Nu stelt hij het als een vraag aan de lezers. Hij vraagt zich af hoeveel tijd er verloren is gegaan en of de vrouw afscheid van hem heeft genomen. Hij blijft zich afvragen of al zijn zintuiglijke ervaringen in het gunstigste geval slechts verbeelding waren.

Historisch perspectief

In werkelijkheid is Een droom in een droom een herziening van zijn eerder gepubliceerde gedicht ‘Imitatie’ uit 1827, te vinden in de bundel ‘Tamerlane en andere gedichten’.

Edgar Allan Poe is misschien niet de initiatiefnemer van deze opvatting, want veel filosofen hebben eeuwenlang over deze notie gepuzzeld. Volgens filosofen wordt het aangeduid als ‘droomargument’ en ‘droomhypothese’.

Volgens de dichter is deze wereld en al het bestaande leven een soort illusie, omdat de werkelijkheid niet bestaat. Deze opvatting werd voor het eerst verkondigd door de Griekse filosoof Plato in zijn verhandeling ‘Theaetetus’ en door Aristoteles in zijn ‘Metafysica’. Meer nog, Rene Descartes heeft deze theorie ook nieuw leven ingeblazen in zijn publicatie ‘Meditaties over de eerste filosofie’.

Twee gebeurtenissen zouden de katalysator kunnen worden voor dit gedicht:

  • Haar verloofde werd weggestuurd bij Edgar Allan Poe toen het geheim van de verloving werd onthuld
  • Poe bouwde een schuld op van $2.500 bij het gokken, als gevolg waarvan zijn vader hem van school haalde.

Deze aaneenschakeling van gebeurtenissen kan de aanzet zijn geweest tot de melancholie en de wrok die in het gedicht zelf duidelijk naar voren komen. Anderzijds zou het gedicht ook een product van pure mijmering kunnen zijn.

Persoonlijk commentaar

Een droom in een droom is puur een melancholisch gedicht van de hand van Edgar Allan Poe. Het gaat over hoop, hopeloosheid, en de hulpeloosheid van de mens in het algemeen. De dichter betoogt tergend dat de mens compromissen moet sluiten. De eerste helft gaat over het verlies van Edgar Allan Poe’s vrouw. Hij is gebroken van pijn en bloedt hevig. De tijd die hij met zijn verloofde doorbracht, beschouwt hij als een sprookje. De sombere stemming weerspiegelt het werkelijke leven van de dichter, nu zijn verloofde van hem wordt weggenomen en hij de brokken moet lijmen.

Zich verzettend tegen tijd, verlies en hulpeloosheid, komt de dichter in het reine met de werkelijkheid die op zijn deur klopt. Hij voelt zich verraden door de tijd, die onverschillig toekijkt hoe hij van het ene verlies in het andere vervalt.

Terwijl de dichter aan zijn emotionele tirade begint, geeft hij uiting aan zijn onsterfelijke liefde voor zijn vrouw. Haar verlies heeft hem verscheurd, terwijl hij de pijn probeert te verwerken. Hij vraagt zich nog steeds af of al zijn ervaringen echt waren of een verzinsel van zijn onderbewustzijn.

In de tweede strofe staat de dichter op de zeekust, zand vasthoudend. De ‘bulderende golven’ zijn analoog aan zijn voortdurende pijn en het ‘gouden zand’ verwijst naar zijn vrouw die, hoe stevig hij haar ook vastgrijpt, uit zijn greep lijkt te ontsnappen. Hij slaakt een zucht van wanhoop en zoekt Gods hulp in zijn uur van ellende. Hij speculeert of zijn hele leven toch maar een droom was.

Wij hebben dit gedicht twee keer geanalyseerd

Wij vinden ‘Een droom in een droom’ zo mooi, dat we ervoor gezorgd hebben dat twee van onze poëziekenners het gedicht voor u analyseren met verschillende interpretaties.

Lees de tweede analyse

Pagina’s: 1 2

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *