Acetylcysteïne Oplossing voor InhalatieRx
Zie literatuur voor toediening van aerosol. Verneveling-face masker, mondstuk, tracheostomie: 1-10mL 20% soln of 2-20mL 10% soln elke 2-6 uur; gebruikelijke dosis: 3-5mL 20% soln of 6-10mL 10% soln 3-4 maal daags. Vernevelingstent, croupette: individueel aan te passen; vereist zeer grote volumes, soms wel 300mL gedurende een enkele behandelingsperiode; aanbevolen dosis is het volume acetylcysteïne (bij gebruik van 10% of 20%) dat een zeer zware nevel in stand houdt gedurende de gewenste periode. Directe instillatie: 1-2mL van 10% tot 20% soln kan zo vaak als elk uur worden gegeven. Tracheostomie: 1-2 ml van 10% of 20% soln elke 1-4 uur door instillatie in de tracheostomie. Directe instillatie in een segment van de bronchopulmonale boom: Onder plaatselijke verdoving en direct zicht, inbrengen van een kleine plastic katheter in de luchtpijp; 2-5 ml 20% soln kan worden toegediend door middel van een spuit die op de katheter is aangesloten. Percutane intrathecale katheter: 1-2ml 20% soln of 2-4ml 10% soln om de 1-4 uur toegediend door middel van een injectiespuit verbonden aan de katheter. Diagnostische bronchogrammen: Twee of drie toedieningen van 1-2mL 20% soln of 2-4mL 10% soln moeten worden gegeven door verneveling of door intratracheale instillatie, voorafgaand aan de procedure.