Albert Mehrabian
De “7%-38%-55%” regel is gebaseerd op twee studies die zijn gerapporteerd in de artikelen “Decoding of Inconsistent Communications” uit 1967, en “Inference of Attitudes from Nonverbal Communication in Two Channels”. Beide studies hadden betrekking op de communicatie van positieve of negatieve emoties via enkele gesproken woorden, zoals “lief” of “verschrikkelijk”. De eerste studie vergeleek het relatieve belang van de semantische betekenis van het woord met de toon van de stem, en kwam tot de bevinding dat de laatste veel invloedrijker was. De tweede studie had betrekking op gezichtsuitdrukkingen (te zien op zwart-wit foto’s) en stemgeluid (te horen op een bandopname), en kwam tot de bevinding dat de relatieve bijdragen van de twee communicatiekanalen de verhouding 3:2 hadden. Mehrabian combineerde vervolgens de resultaten van de twee studies om tot de verhouding 7:38:55 te komen.
Er zijn verschillende beperkingen aan de toepasbaarheid van de studie op het echte leven, die grotendeels worden genegeerd wanneer de studie nu buiten een wetenschappelijke context wordt aangehaald en die bijdragen tot de bovenstaande verkeerde interpretatie. Ten eerste is de studie gebaseerd op het oordeel over de betekenis van een enkele band met opgenomen woorden, d.w.z. een zeer kunstmatige context. Ten tweede worden de cijfers verkregen door resultaten van twee verschillende studies, die op ongepaste wijze zijn gecombineerd, samen te voegen. Ten derde heeft het alleen betrekking op de communicatie van positieve versus negatieve emoties. Ten vierde heeft het alleen betrekking op vrouwen, aangezien mannen niet aan het onderzoek hebben deelgenomen. Ten vijfde werden andere vormen van non-verbale communicatie, zoals lichaamshouding, niet in de studies betrokken.
Sindsdien hebben andere studies de relatieve bijdragen van verbale en non-verbale signalen in meer naturalistische situaties geanalyseerd. Een studie uit 1970, waarbij videobanden werden gebruikt die aan de proefpersonen werden getoond, analyseerde de communicatie over de onderdanige/dominante houding en kwam tot de bevinding dat alle soorten non-verbale signalen samen – vooral lichaamshouding – 4,3 maal meer effect hadden dan verbale signalen. Anderzijds bleek uit een ander onderzoek uit 1992, dat handelde over de communicatie van een blije/bedroefde stemming, dat het horen van woorden die met een “vlakke” stem werden uitgesproken ongeveer 4 keer meer invloed had dan gezichtsuitdrukkingen die werden gezien in een film zonder geluid. Verschillende studies kunnen dus tot zeer verschillende conclusies komen, afhankelijk van de methodologie.