Berken van Robert Frost: Samenvatting en analyse
De tekst Birches werd gepubliceerd in ‘Mountain Interval’ in 1916. Als jongen had de dichter veel belangstelling voor het beklimmen van berkenbomen, het slingeren aan de toppen, tot de soepele takken zich naar de grond bogen.
Robert Frost (1874-1963)
Als de dichter berken naar links en rechts ziet buigen over de lijnen van donkere bomen die rechtop staan, denkt hij graag dat een of andere jongen er aan moet hebben gezwaaid. Maar hij bedenkt dat louter slingeren de berken niet zo laag kan brengen om daar te blijven. Het moet veroorzaakt zijn door ijsstormen. Vaak moet men ze behoorlijk vol ijs hebben zien zitten op een zonnige winterochtend na een regenbui. Berken beginnen zich vast te klikken als het waait, en ze worden veelkleurig als glazuur. Als de zon opkomt, beginnen de berken heel snel kristallen schelpen af te werpen als lawines op de sneeuwkorst. Het kristalijs ziet eruit als hopen gebroken glas, alsof de binnenste koepel van de hemel gevallen is en zich overal verspreid heeft. De kristallen stukken ijs worden naar de “bracken” gedreven en lijken onbreekbaar, hoewel ze lang worden neergelaten en ze zich niet meer oprichten, maar jaren later ziet men hun stammen boogvormig in het bos liggen. Hun bladeren raken en slepen over de grond. Deze gebogen bomen, verschijnen dan als meisjes op handen en knieën die hun haar voor zich uit over hun hoofd gooien om in de zon te drogen.
Toen de dichter er meer over wilde zeggen, flitste de waarheid over de ijsstorm in zijn geest op. Hij had het gevoel dat een jongen, een plattelandsjongen, die erop uit was gegaan om de koeien terug te brengen, ze moest hebben gebogen. De jongen moet te ver van de stad zijn gegaan om honkbal te leren. Hij speelde alleen met dingen die ’s zomers of ’s winters van pas kwamen, zoals berken, en hij was helemaal gelukkig om alleen te spelen. Eén voor één ging hij alle bomen van zijn vader beklimmen tot hij fysiek sterk genoeg was. Er was zelfs geen enkele boom die de jongen niet had kunnen bedwingen en omverlopen. Hij verwierf alle vaardigheid die nodig was in de materie. Hij leerde dat te snel lanceren hem en de boom rechtstreeks naar de grond zou voeren. En toen hij de top van de takken had bereikt, behield hij het evenwicht en klom in de boom met dezelfde zorgvuldigheid als iemand betracht bij het vullen van een beker tot aan de rand, en zelfs boven de rand. Toen zette hij zijn voeten op de berken en gaf een aanzet en bereikte door de lucht in een mum van tijd de grond.
De dichter zelf was eens een speler tussen de berken. En zo denkt hij nog eens te worden. Hij wenst dat vooral te zijn wanneer hij geplaagd wordt door aardse zorgen en problemen, en wanneer het leven hem een padloos bos lijkt met al zijn hindernissen als de spinnenwebben en de twijgen die over het gezicht en het oog slaan. De dichter zou weg willen gaan van de aardse begeerten om er dan naar terug te keren nadat hij door het swingen verkwikt is. Hij wil dat het lot hem niet verkeerd begrijpt en hem slechts de helft van zijn verlangen schenkt, zodat hij de aarde wel mag verlaten, maar er niet naar terugkeren. De aarde is de juiste plaats om de liefde te bedrijven, en nergens anders kan de liefde worden vervuld. Hij zou willen gaan door in een berkenboom te klimmen, en zou zwarte takken willen beklimmen tot aan de sneeuwwitte stam in de richting van de hemel, tot zijn last ondraaglijk wordt voor de boom. Weer zou hij van boven naar beneden terugkomen en dit zou een bron van goede vreugde voor hem zijn zowel bij het gaan als bij het terugkomen. Men kon het slechter treffen als men niet graag een berkenzwaaier was.
Het centrale thema van Berken is dat de dichter ervan droomt in zijn leven weer een berkenzwaaier te worden zoals hij dat in zijn jongensjaren was. Omdat de dichter moe is van de overwegingen die zijn leven met zich meebrengt, spreekt hij het verlangen uit om althans voor het ogenblik een berkenzanger te zijn, maar dat betekent niet dat hij aan zijn leven op aarde wil ontsnappen. Het is niet het verlangen naar ontsnapping dat het centrale thema van het gedicht vormt, maar de liefde voor de aarde.
Berken is een van de beroemdste gedichten van Frost. Het doet een groot beroep op de liefde onder mensen: “De aarde is de juiste plaats voor liefde.” Het creëert een liefde voor de aarde en aardse dingen, want “I don’t know where it is likely to go better.”
De handeling van het schommelen op berken wordt geprojecteerd als een manier om te ontsnappen aan de harde en ondraaglijke waarheid van de volwassen wereld, slechts voor een moment. De verteller vertelt ons dat de schommelende handeling naar de hemel gaat en naar een plaats waar zijn verbeelding volledig vrij kan zijn van alle aardse pijnen. Hij concentreert zich op de wroeging van de verteller dat hij nu niet kan schommelen op de berken omdat hij vol is van zijn verplichtingen. Het verlangen van de verteller om te ontsnappen aan de rationele wereld is besluiteloos. Op het moment dat hij denkt aan de verantwoordelijkheid te kunnen ontsnappen door aan de berken te schommelen, wil hij terug naar de aarde die de enige juiste plek is om lief te hebben.
Berken is een prachtig poëtisch stuk vol natuurbeelden en beschrijvingen. Het schommelen van de door de ijsstormen door elkaar geschudde berken, en gadegeslagen door een jongen, in de vroege uren van de dag, tot aan de zonsondergang, doet een ware aantrekkingskracht op de lezer. Het is een treffend beeld van de natuur. Het hele gedicht staat bol van natuurlijke beelden en waarachtige ervaringen. Het gedicht is lyrisch van inhoud, maar het heeft dramatische wendingen door de plotselinge wisselingen van ideeën en beelden. Het is rijk aan welsprekendheid en expressie. In hoofdzaak is het een verhalend of beschrijvend gedicht vol “feiten en fantasie”. Het heeft “de kracht om observatie en verbeelding te vermengen”.
Berken is in blanco vers, dat een geschikt voertuig is voor de uitdrukking van diepe gedachten en gevoelens. Blanco verzen zijn ook geschikt voor de “poëzie van het praten”. De lezer voelt de toenemende snelheid van het ritme als het gedicht ten einde loopt.