DNA-rapport
Wat is een DNA-onderzoeksrapport?
De uitslag van een vaderschapsrapport, ook wel DNA-rapport of afstammingsrapport, geeft uitsluitsel over de vermeende familierelatie.
In een afstammingsanalyse testen wij uw DNA monsters om overeenkomsten te vinden binnen het DNA van de deelnemers. Ieder persoon heeft natuurlijk een uniek DNA-profiel. Het is voor de ene helft afkomstig van de moeder en voor de andere helft van de vader. Er zijn kleine variaties binnen het DNA van elke persoon die nuttig zijn voor DNA-testen. Wanneer wij uw DNA monsters hebben getest en een DNA rapport hebben geschreven, tonen deze rapporten duidelijk deze variaties of hun afwezigheid. Zo kunnen we bepaalde parallellen tussen de verschillende rapporten vaststellen of uitsluiten en dus ook een relatie tussen de testdeelnemers aangeven.
Onze DNA-rapporten zullen altijd volgens de huidige Duitse wetgeving en medische normen zijn. De rapporten zijn door de rechtbank goedgekeurd. Als u van plan bent het rapport in de rechtbank te gebruiken, raden wij u aan dit vooraf met de rechter te bespreken.
Welke leeftijd moet een kind hebben om een DNA- vaderschapstest uit te voeren?
Een pasgeboren baby kan al getest worden. De monsters voor onze vaderschapstest worden afgenomen met een eenvoudige buccale swap. Dit is niet traumatisch voor een baby. U moet er alleen op letten dat u het uitstrijkje niet direct gebruikt nadat de baby gevoed is. Laat ongeveer 30 minuten verstrijken na de laatste voeding. Zo kan het DNA van de moeder het DNA van het kind niet besmetten.
Prenatale vaderschapstests zijn volgens de wet verboden. U kunt hierover meer lezen op onze speciale webpagina.
Uitslag: Vaderschap praktisch bewezen
Bij een DNA- vaderschapstest, maar ook bij een DNA-verwantschapstest, vergelijken we het genetisch profiel van de deelnemers om vast te stellen of de deelnemers familie van elkaar zijn of niet. Dit gebeurt door een vergelijking van de DNA-markers.
Bij een vaderschapstest test ons laboratorium minimaal 21 DNA-markers om het vaderschap vast te stellen. Als er een kans bestaat dat de twee vermeende vaders verwant zijn, moet u ons dat van tevoren laten weten.
Voor een verwantschapstest gebruiken we een uitgebreidere test omdat de deelnemers vaak slechts verre verwanten zijn, als ze al verwant zijn. Dus testen we 26 – 45 markers, zo nodig zelfs meer, om de vraag naar verwantschap tussen de deelnemers te beantwoorden.
Als we na de testen het vaderschap voor een vermeende vader niet kunnen uitsluiten, gaan we verder met een biostatistische kansberekening. Op die manier bewijzen we een vaderschapskans van >99,9% in een deficiëntiegeval. Een dergelijk resultaat wordt “vaderschap praktisch bewezen” genoemd.
Als de moeder deelneemt aan de DNA-test kan het statistische resultaat van de waarschijnlijkheid worden verhoogd tot 99,999%.
Resultaat: Vaderschap uitgesloten
Als er genetische markers in het DNA-profiel van het kind zitten die niet in het profiel van de vermeende vader te vinden zijn, wordt uitgesloten dat deze persoon de biologische vader van dit kind is.
Voor een vaderschapstest met twee of drie deelnemers testen we doorgaans 21 tot 31 DNA-markers. Het kind erft de helft van zijn DNA van de moeder en de andere helft van de vader. Als de moeder en de vermeende vader de erkende ouders van het kind zijn, moet het DNA van die ouders zijn geërfd. Een vaderschapstest analyseert nu de DNA-sequenties. Wanneer we tijdens de test verschillen vinden in 3 of meer DNA-merkers wordt het vaderschap van de vermeende vader uitgesloten.
Een uitsluiting is altijd 100% zeker. Er is geen “misschien”. Mochten wij na onze eerste analyses tot deze conclusie komen dan herhalen wij de gehele test gratis met het tweede door u ingezonden monster.