Een korte geschiedenis van nitroglycerine en stikstofmonoxide in de farmacologie en de fysiologie
1. Nitroglycerine (NG) werd in 1847 ontdekt door Ascanio Sobrero in Turijn, na een samenwerking met Theophile-Jules Pelouze. Sobrero merkte voor het eerst de “hevige hoofdpijn” op die veroorzaakt werd door minieme hoeveelheden NG op de tong. 2. Constantin Hering testte in 1849 NG op gezonde vrijwilligers en merkte op dat hoofdpijn werd veroorzaakt met “een dergelijke precisie”. Hering bleef NG (‘glonoine’) gebruiken als homeopathisch geneesmiddel tegen hoofdpijn, omdat hij geloofde dat het gebruik ervan binnen de doctrine van ‘gelijk geneest gelijk’ viel. 3. Alfred Nobel sloot zich in 1851 aan bij Pelouze en onderkende de mogelijkheden van NG. Hij begon met de productie van aardgas in Zweden en overwon de problemen met zijn gepatenteerde ontsteker. Nobel leed acuut aan angina pectoris en zou later NG als behandeling weigeren. 4. In het midden van de 19e eeuw kregen wetenschappers in Groot-Brittannië belangstelling voor het pas ontdekte amylnitriet, dat als een krachtig vaatverwijdend middel werd beschouwd. Lauder Brunton, de vader van de moderne farmacologie, gebruikte de verbinding in 1867 om angina pectoris te verlichten en merkte daarbij de farmacologische weerstand tegen herhaalde doses op. 5. William Murrell gebruikte NG voor het eerst bij angina pectoris in 1876, hoewel NG in de Britse Farmacopee werd opgenomen als middel tegen hoge bloeddruk. William Martindale, de farmaceutisch scheikundige, bereidde “…een stabieler en draagbaarder preparaat”: 1/100ste van een korrel in chocolade. 6. In het begin van de 20e eeuw werkten wetenschappers aan de in vitro werking van nitraathoudende verbindingen, hoewel er weinig vooruitgang werd geboekt bij het begrijpen van het cellulaire werkingsmechanisme. 7. Het verschijnsel van nitraattolerantie werd herkend door het optreden van de “maandagziekte” en van nitraatontwenning/overcompensatie door “zondagse hartaanvallen”. 8. Ferid Murad ontdekte het vrijkomen van stikstofmonoxide (NO) uit NG en de werking ervan op vasculaire gladde spieren (in 1977). Robert Furchgott en John Zawadski erkenden het belang van het endotheel bij door acetylcholine geïnduceerde vasorelaxatie (in 1980) en Louis Ignarro en Salvador Moncada identificeerden endothelial-derived relaxing factor (EDRF) als NO (in 1987). 9. Glycerol-trinitraat blijft de behandeling bij uitstek voor het verlichten van angina; andere organische esters en anorganische nitraten worden ook gebruikt, maar de snelle werking van NG en de bewezen werkzaamheid ervan maken het tot de steunpilaar voor het verlichten van angina pectoris.