Features Structural Training Back to Basics – December 2012
Het onderwerp van deze maand heeft betrekking op brandweerkorpsen die gebouwen bedienen met enkelvoudige of meervoudige standpijpsystemen. Een standpijpsysteem wordt door de NFPA 14 gedefinieerd als: “Een arrangement van leidingen, kleppen, slangverbindingen en aanverwante apparatuur geïnstalleerd in een gebouw of structuur, met de slangverbindingen zodanig geplaatst dat water kan worden afgevoerd in stromen door de aangesloten slang en sproeiers, met als doel het blussen van een brand, waardoor een gebouw of structuur en de inhoud ervan wordt beschermd, naast de bescherming van de bewoners. Dit wordt bereikt door middel van aansluitingen op watertoevoersystemen of door middel van pomptanks en andere apparatuur die nodig is om een adequate watertoevoer naar de slangaansluitingen te verzorgen (NFPA, 2003).”
Foto 1: Een standpijp van klasse 1 is alleen bedoeld voor brandweerpersoneel, omdat hij is voorzien van een uitlaat van tweeënhalve inch. Foto door Mark van der Feyst |
Standpijpsystemen bieden manieren om water van het ene gebied van een constructie naar het andere te brengen, zodat hulpverleners het vuur kunnen bestrijden, terwijl tegelijkertijd de lengte van de toevoer- en aanvalsleidingen wordt verkort. Standpipes kunnen ingewikkelde of eenvoudige systemen zijn, maar het resultaat is hetzelfde: water leveren. Deze systemen zijn meestal verticaal, maar ze kunnen ook horizontaal zijn.
Foto 2: Een klasse 2 standpijp – vergezeld van 100-voet hoseline – is alleen bedoeld voor gebruik door de bewoners van het gebouw. Foto door Mark van der Feyst
Advertentie
|
We denken vaak aan hoogbouw als we het over standpijpsystemen hebben, maar veel soorten gebouwen en voorzieningen, zowel buiten als binnen, hebben standpijpsystemen, met inbegrip van parkeergarages, winkelcentra, pakhuizen, bruggen, tunnels en grote buitenplaatsen. Ik herinner me dat ik in mijn ingenieurstijd bij SimplexGrinnell verschillende standpijpsystemen ontwierp, voor Weyerhaeuser in West Virginia voor zijn buitenterrein – waar het alle binnenkomende bomen opsloeg die werden gebruikt voor het maken van oriented strand board-platen – voor Dupont in Parkersburg, W. Va., voor zijn gebouw van twee verdiepingen waar een Teflon-procesmachine stond, en voor een staatsgevangenis in Pennsylvania.
Er zijn vier soorten standpijpen, maar slechts één ervan is een nat systeem (de andere drie zijn droge systemen).
Een nat systeem heeft altijd water in de pijp, aangevoerd door een waterbron. De druk in het systeem wordt constant gehandhaafd.
Eén type droog systeem is een automatische droge standpijp; in dit geval wordt er altijd lucht in de standpijp opgeslagen bij een constante druk. Wanneer een slangklep wordt geopend, ontsnapt de lucht, waardoor het water in het standpijpsysteem kan stromen.
Foto 3: Een variant op de klasse 3 standpijp; deze heeft slechts één klep, maar kan zowel een slang van tweeënhalve inch als een slang van anderhalve inch aanvoeren. Foto met dank aan National Firefighting Manufacturing FZCO |
In een halfautomatische droge standpijp wordt lucht opgeslagen in de pijpen, die al dan niet onder druk kunnen staan. Zodra een bedieningsmechanisme – zoals een handbediende trekpost of een elektrische schakelaar – wordt geactiveerd, komt er water in het systeem.
Het derde type van een droog standpijpsysteem is een handbediende droge standpijp. Bij dit type systeem voeren leidingen het systeem aan zonder lucht of water. Een brandblusapparaat moet worden gebruikt om het water door de standpijp te voeren.
Er zijn drie klassen standpijpen binnen gebouwen: Klasse 1, Klasse 2 en Klasse 3.
Een standpijp van klasse 1 is alleen bedoeld voor brandweerpersoneel, omdat deze is voorzien van een uitlaat van 65 millimeter (twee-en-een-halve inch) (zie foto 1). Deze uitlaat kan zich in een trappenhuis, in een kast, in de gang of alleenstaand bij een I-balk in een open ruimte bevinden. De uitlaatopeningen van dit type standpijp kunnen verschillend van ontwerp zijn; sommige zijn voorzien van een drukverlagingsinrichting of -klep om de afvoerdruk van het systeem te helpen regelen.
Foto 4: De brandweeraansluiting krijgt boven de twee uitlaten het opschrift Standpipe System, zodat brandweerlieden gemakkelijk onderscheid kunnen maken tussen het standpijpsysteem en de sprinklerinstallatie, als die er is. Foto door Mark van der Feyst |
Een standpijp van klasse 2 is ontworpen voor gebruik door alleen de bewoners van het gebouw (zie foto 2). Dit standpijpsysteem bevat een slang van anderhalve inch (38 millimeter) met een diameter van 30 meter die is bevestigd aan een gereduceerde uitlaat van de standpijp. Het klasse 2-systeem stelt bewoners in staat veilig te ontsnappen uit de brandgevaarlijke ruimte door de slang te gebruiken om een veilige doorgang te creëren door de uitgangsroute te beschermen. Het is niet bedoeld voor brandbestrijding. Brandweerlieden kunnen op dit type standpijp aansluiten, maar dan moet het slangensysteem voor de bewoners worden losgekoppeld en de 65 mm (2,5 inch) uitlaat van de standpijp worden blootgelegd.
Een standpijp van klasse 3 is een hybride versie van de klassen 1 en 2. Zij bevat een blootgestelde uitlaat van twee en een halve duim, alsmede een slang voor de inzittenden. Dit type standpijpsysteem komt vaak voor in gebouwen waar de gebruikersbelasting constant is. Op foto 3 ziet u een variant van een klasse 3 standpijp. Het heeft slechts één klep, maar er is een optie om een slang van twee-en-een-half inch of een slang van anderhalve inch te leveren.
Foto 5: Sommige gebouwen hebben aparte brandweeraansluitingen voor elk type systeem – of het nu standpipe of sprinkler is – in het gebouw. Foto door Mark van der Feyst |
Een belangrijk aandachtspunt voor de brandweer is de voeding van het standpijpsysteem of de aansluiting daarop met het blusapparaat. Er komt een brandweeraansluiting (FDC) aan de buitenkant van het gebouw voor het standpijpsysteem. Via de FDC kunnen de brandweerlieden de watertoevoer en de totale druk in het systeem verzorgen of aanvullen. Bij het aansluiten op de FDC is het belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen vuil in de vrouwelijke koppelingen van de FDC zit. Het vinden van afval in de koppeling komt vaak voor: de FDC bevindt zich over het algemeen vrij dicht bij de grond en kinderen proppen vaak dingen in de pijp zonder duidelijke reden. Op de FDC is boven de twee uitlaten het label Standpipe System aangebracht (zie foto 4). Dit label laat u weten op welk systeem u moet aansluiten, aangezien er ook een sprinklerinstallatie in het gebouw kan zijn. Soms zijn er afzonderlijke FDC’s voor elk type systeem en soms zijn er gecombineerde FDC’s voor alle systemen (zie foto’s 5 en 6).
Foto 6: Andere gebouwen hebben een gemengde brandweeraansluiting, die uitgangen bevat voor zowel het sprinklersysteem als het standpijpsysteem. Hoe dan ook, de aansluiting wordt gelabeld. Foto door Mark van der Feyst |
Zorg ervoor dat het water geleidelijk wordt toegevoerd of dat de druk in het systeem wordt opgevoerd. Standpijpsystemen zijn reeksen leidingen die daar liggen en wachten op gebruik. Soms zijn ze gevuld met water of lucht en na jaren van inactiviteit kunnen ze verslechteren. Als er een waterslag in het standpijpsysteem ontstaat, zullen de verslechterde leidingen, leidingkoppelingen of standpijpafsluiters slecht gaan functioneren, waardoor er nog meer problemen zullen ontstaan.
Volgende maand zullen we ingaan op de standpijp toolkit die van tevoren moet worden samengesteld en moet worden meegenomen met het hoogbouwpakket of appartementenpakket.
Mark van der Feyst is een 13-jarige veteraan van de brandweer. Hij werkt voor de City of Woodstock Fire Department in Ontario. Mark geeft instructie in Canada, de Verenigde Staten en India en is een lokaal niveau suppressie instructeur voor de Pennsylvania State Fire Academy en een instructeur voor het Justice Institute van B.C. E-mail Mark op [email protected]