Geavanceerde Anatomie 2e. Ed.
Soorten bewegingen:
Flexie – contractie die resulteert in een graad afname van een hoek in een gewricht
Laterale Flexie – kan meer gedacht worden als buigen of kantelen naar links of rechts (oor tegen schouder leggen)
Dorsiflexie – treedt op bij de enkel, waarbij het distale uiteinde van de voet naar het scheenbeen wordt getrokken
Plantarflexie – Verwarrend toch? Hoewel flexie in de naam staat, is plantarflexie technisch gezien extensie, waarbij het distale uiteinde van de voet van het scheenbeen wordt weggetrokken
Extensie – contractie die leidt tot een graadverhoging in een gewricht, het tegenovergestelde van flexie
Hyperextensie – extensie waarbij de graad is toegenomen voorbij de anatomische positie
Abductie – ledematen die in het frontale vlak van de middellijn van het lichaam af bewegen (zoals het begin van een jumping jack)
Adductie – ledematen die in het frontale vlak naar de middellijn van het lichaam toe bewegen (zoals het einde van een jumping jack), het tegenovergestelde van abductie
Transverse Abductie – beweging van een ledemaat weg van de middellijn maar in het transversale vlak
Transverse Adductie – beweging van een ledemaat in de richting van de middellijn in het transversale vlak, het tegenovergestelde van transversale abductie (zoals een pectorale fly)
Rotatie – draaiing van een gewricht, typisch voor gewrichten van het kogelgewrichtstype en waar de gewrichtsvlakken een draaiende beweging mogelijk maken (draaien van het hoofd/torso of aan de schouders zijn enkele voorbeelden)
Laterale Rotatie – rotatie weg van de middellijn, kan worden gezien als buitenwaartse rotatie
Mediale Rotatie – rotatie naar de middellijn toe, kan worden gezien als binnenwaartse rotatie
Supinatie – laterale rotatie van de pols
Pronatie – mediale rotatie van de pols
Protractie – anterieure projectie van een lichaamsdeel (de kaak uitsteken is een voorbeeld)
Retractie – directe posterieure beweging van een lichaamsdeel, het tegenovergestelde van protractie
Elevatie – het direct omhoog brengen van een lichaamsdeel, geen rotatie of veranderingen in de graad van een gewricht (het ophalen/sluiten van de kaak zijn voorbeelden)
Depressie – het direct naar beneden dwingen van een lichaamsdeel, het tegenovergestelde van elevatie