Hoe belijd je je zonden aan God?
“Want toen ik zweeg, kwijnden mijn beenderen weg…” (Psalm 32:3) Ik heb dezelfde kwelling gevoeld, en ik weet zeker dat we dat allemaal hebben. Wat zouden mijn vrienden denken als ze het wisten? Wat zou mijn echtgenoot denken? Wat zou God denken? Verborgen zonden vallen en kwellen, en uiteindelijk doden ze (Jakobus 1:15). Verborgenheid is een oud probleem. Na ongehoorzaam te zijn geweest aan de instructies van God, verstopten onze eerste ouders zich voor God om aan zijn oordeel te ontkomen. Dit blijft onze natuurlijke neiging.
De Bijbel wenkt ons om uit de duisternis te komen en nodigt ons uit naar het licht van de waarheid. Dat doet hij door ons op te dragen onze zonden te belijden. Alleen door te biechten zullen we de vreugde en vrijheid van vergeving ervaren. “Ik zei: ‘Ik zal mijn overtredingen aan de Heer belijden’, en U vergaf de ongerechtigheid van mijn zonde.” (Psalm 32:5)
Wat is een belijdenis van zonde?
We belijden onze zonde door te erkennen dat we ongehoorzaam zijn geweest aan de wet van God. In tegenstelling tot verbergen of liegen, is een belijdenis van zonde het erkennen van het onrecht dat we hebben begaan tegenover de benadeelde partijen. Het maakt niet uit wie we onrecht hebben aangedaan, we moeten erkennen dat we eerst God hebben beledigd. Koning David, nadat hij met Bathseba naar bed is geweest en haar man heeft gedood om het te verdoezelen, roept tot God: “Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd en gedaan wat slecht is in uw ogen.” (Psalm 51:4) Het is duidelijk dat Davids immoraliteit meerdere slachtoffers had, maar hij realiseert zich terecht dat zijn eerste zonde tegen God is. Wij zijn niet anders, daarom is hij de eerste om onze belijdenis te ontvangen.
Biecht uw zonden privé aan Jezus.
Tijdens het Oude Testament werden offers om te boeten voor de zonde aan een priester gegeven om op het altaar te offeren. Na de komst van Jezus veranderde dat. Wij kunnen God rechtstreeks benaderen door Jezus Christus, die ons eens-voor-altijd offer is en onze eeuwige Hogepriester. Door wie Christus is en wat hij heeft gedaan, kunnen wij met vrijmoedigheid naar Gods troon gaan om onze zonden te belijden en zijn genade te ontvangen (Hebreeën 4:16).
Magische woorden zijn niet nodig, alleen een gebroken geest en een berouwvol hart. Maar als privé-biecht doen nieuw voor u is, kunt u dit historische gebed gebruiken:
Almachtige en barmhartige Vader, ik heb gedwaald en ben afgedwaald van uw wegen als een verloren schaap, ik heb te veel de listen en begeerten van mijn eigen hart gevolgd, ik heb uw heilige wetten overtreden, ik heb nagelaten te doen wat ik had moeten doen, en gedaan wat ik niet had mogen doen.
O Heer, ontferm U over mij, spaar mij en herstel mij terwijl ik mijn fouten belijd,
volgens de beloften die mij zijn gedaan in Christus Jezus, onze Heer.En geef, o barmhartige Vader, om Jezus’ wil, dat wij hierna een godvruchtig, rechtvaardig en sober leven mogen leiden, tot eer van uw heilige Naam. Amen.
(Aangepast uit The Book of Common Prayer)
Biecht uw zonden in het openbaar in de kerk.
Elke week lezen we in mijn kerk uit de wet van God. Na de lezing vraagt onze voorganger: “Heb je de Heer volledig gehoorzaamd in alles wat hij je geboden heeft? Hebt u de Heer liefgehad met heel uw hart, ziel, verstand en kracht, en uw naaste als uzelf?” Elke dag van de Heer worden we geconfronteerd met de kracht van Gods volmaakte wet en worden we herinnerd aan ons onvermogen om ons aan zijn geboden te houden. Elke week belijden we dat we gezondigd hebben in gedachten, woorden en daden. Maar elke week, nadat wij onze zonden aan God hebben beleden, verzekert de predikant ons, in de naam van Christus en op zijn gezag, dat onze zonden vergeven zijn. Hij herinnert ons aan de zekere en zekere belofte dat er in Christus barmhartigheid en verlossing is.
De wekelijkse eredienst op de Dag des Heren is een essentieel onderdeel van het christelijk leven. Als God zijn volk bijeenbrengt, herinnert hij ons aan zijn norm, maar biedt hij ons ook de gelegenheid om onze tekortkomingen te erkennen en onze zonden te belijden. Als het evangelie wordt verkondigd, worden wij herinnerd aan Gods belofte in Christus, en worden wij ervan verzekerd dat Gods vergeving er voor ons is.
Biecht uw zonden aan degenen tegen wie u gezondigd hebt.
Het belijden van onze zonden aan anderen is op zijn zachtst gezegd ongemakkelijk. De pijn wordt nog vergroot wanneer de gekwetste partij zich niet bewust is van de overtreding. Ondanks de stekelige aard van het belijden van onze zonden aan anderen, is verzoening de kern van de bijbelse boodschap. Niet alleen verzoening met God, maar ook verzoening met elkaar.
De Bijbel roept ons op om te biechten, niet om schaamte te veroorzaken, maar om te genezen. Jakobus schrijft: “…belijdt elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt.” (Jakobus 5:16, onderstreping toegevoegd). Biechten legt het kader voor vergeving, en vergeving is een zalf die het schuldige geweten heelt. Biechten is ook een vitale stap in het genezen van relaties die door zonde zijn verbroken. Verantwoordelijkheid nemen voor het verkeerde dat we hebben gedaan is een belangrijk onderdeel van hoe we elkaar liefhebben.
Biecht houdt vast aan de belofte van het Evangelie
Je hoeft geen bijbelgeleerde te zijn om Gods houding ten opzichte van zonde te begrijpen – Gods oordeel over zonde vult de bladzijden van de Schrift. Dus waarom zouden we onze zonden aan God willen belijden? Het is waar, de zonde verdient gestraft te worden, maar in de biecht verkondigen wij ons geloof in Jezus als onze rechtvaardige plaatsvervanger die de straf op zich neemt die wij verdienen. In de biecht klampen wij ons vast aan Gods belofte dat, als wij onze zonden belijden, “Hij getrouw en rechtvaardig is om onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.” (1 Johannes 1:9).