LPI (Laser Peripheral Iridotomy)

Wanneer is LPI geïndiceerd?
Laser perifere iridotomie wordt over het algemeen aanbevolen voor patiënten met nauwe hoeken, nauwe hoek glaucoom, of acute hoeksluiting glaucoom. Wanneer LPI wordt toegepast bij patiënten met nauwe hoeken, wordt het beschouwd als een profylactische ingreep die voorkomt dat deze patiënten acuut hoeksluitingsglaucoom ontwikkelen, omdat zij een hoger risico hierop lopen. Dit is belangrijk omdat een acute aanval van hoeksluitingsglaucoom meestal gepaard gaat met een hoge oogdruk, pijn en verlies van gezichtsvermogen. Wanneer LPI wordt gebruikt bij de behandeling van patiënten die al acuut hoeksluitingsglaucoom hebben, wordt het gebruikt om de druk te helpen verlagen en om een nieuwe aanval van hoeksluitingsglaucoom te voorkomen.

Wat is LPI?
LPI probeert een “nauwe” hoek te “openen”. Aangezien de hoek het deel van het oog is dat vocht uit het oog afvoert, kan een vernauwing van de hoek het oog in gevaar brengen voor een acute aanval van hoeksluitingsglaucoom. Tijdens de LPI wordt een laser gebruikt om een kleine opening te maken in de perifere iris (het gekleurde deel van het oog). Hierdoor verandert de vloeistofdynamica in het oog en wordt de hoek “geopend”. Als een patiënt al acuut hoeksluitingsglaucoom heeft, zorgt de kleine opening die in de perifere iris wordt gemaakt ervoor dat het vocht normaler kan afvloeien en verlaagt het ook de oogdruk.