Maoïsme

Maoïsme was een theorie die ontstaan is door Mao’s overtuigingen en ideologieën. Net als Karl Marx is hij het ermee eens dat een revolutie van het proletariaat essentieel is om de maatschappij te veranderen. In tegenstelling tot Marx, die stelt dat de fabrieksarbeiders een revolutie moeten ontketenen, vond Mao dat de boeren in China degenen waren die deze revolutie nodig hadden. Marx steunt een economisch sterke staat die geïndustrialiseerd is. Mao daarentegen is geen voorstander van industrialisatie of technologie.

De redenering hierachter is dat hij vond dat industrialisatie eigenaren de mogelijkheid zou geven hun arbeiders nog meer uit te buiten, wat zou resulteren in een verzwakte proletariaatsklasse. Terwijl Karl Marx industrialisatie van vitaal belang achtte voor het proletariaat, omdat fabrieksarbeiders waarschijnlijk degenen waren die onder het kapitalisme leden. Het marxisme stelt dat “sociale verandering wordt aangedreven door de economie”, wat betekent dat de maatschappij en de economie met elkaar verweven zijn; terwijl het maoïsme stelt dat het de wil is die ons verandert.

Toen in 1960 de USSR de ideeën van Stalin, waar Mao een fervent bewonderaar van was, aan de kaak stelde, begon Mao’s eigen populariteit af te nemen. Met de leider Liu Shaoqi, was Mao’s beleid niet langer van kracht. In 1964 vond de “Culturele Revolutie” plaats als gevolg van de verspreiding van Mao’s “Kleine Rode Boek”, waarin zijn ideologieën opnieuw werden benadrukt. Dit resulteerde in de dood van vele burgers als gevolg van conflicten en gevechten tussen Mao’s partij en de Rode Garde.