Psychologie van technologie (2)
Psychosociale ontwikkeling en technologiegebruik (deel 2)
In de vorige blog bespraken we Erik Erikson’s theorie van psychosociale ontwikkeling en hoe technologiegebruik die ontwikkeling zou kunnen verstoren. De psychosociale theorie gaat ervan uit dat we, wanneer we volwassen worden, door sociale ontwikkelingsstadia gaan die ons conflicten of uitdagingen bieden. Als we met succes omgaan met uitdagingen of conflicten, verwerven we een psychologische vaardigheid of waarde die ons helpt de volgende psychosociale uitdaging aan te gaan. Deze vaardigheden bouwen op elkaar voort en, volgens Erikson, als we er niet in slagen een vaardigheid te ontwikkelen, zullen we moeilijkheden ervaren op die gebieden van het leven. In deze blog gaan we in op fase 2 en hoe technologie de ontwikkeling van twee- tot driejarige kinderen belemmert.
Fasen | Leeftijd | Conflict | Resultaat Deugd | |
1 | Geboorte tot 18 maanden | Trouwen vs. Wantrouwen | Hoop | |
2 | 2 – 3 jaar | Autonomie versus Schaamte en Twijfel | Autonomie vs. Schaamte en Twijfel | Wil |
3 | 3 – 5 jaar | Initiatief vs. Schuld | Doel | 4 | 5 – 11 jaar | Industrie versus minderwaardigheid | Industrie vs. Inferioriteit | Competentie |
5 | Adolescentie | Identiteit vs. Verwarring | Trouw | |
6 | Vroege Volwassenheid | Intimiteit vs. Isolatie | Liefde | |
7 | Middeleeftijd | Generativiteit vs. Stagnatie | Zorg | |
8 | Old Age | Integriteit vs. Wanhoop | Integriteit vs. Wanhoop | Wijsheid |
Stadium 2: Autonomie versus schaamte en twijfel (2 – 3 jaar)
In het tweede stadium van de psychosociale ontwikkeling ontwikkelen en beheersen kinderen een groter gevoel van persoonlijke controle. Kinderen in deze leeftijdsgroep beginnen net een kleine mate van onafhankelijkheid te krijgen. Ze willen en kunnen een aantal basisactiviteiten zelfstandig uitvoeren en eenvoudige beslissingen nemen op basis van hun voorkeuren. Kinderen in deze leeftijdsgroep beginnen weg te lopen van hun verzorgers, trekken hun eigen kleding aan, gaan naar het toilet en geven zichzelf te eten. Ze kunnen basisbeslissingen nemen over wat ze willen kleuren, welk speelgoed ze het liefst hebben en wat ze willen eten.
De ouders zijn van cruciaal belang in deze ontwikkelingsfase, want als zij kinderen toestaan om keuzes te maken en enige controle over hun daden te krijgen, kunnen zij kinderen helpen een gevoel van autonomie te ontwikkelen. Ouders moeten hun kinderen bijvoorbeeld toestaan om te proberen hun eigen overhemd aan te trekken of hun eigen schoenen te strikken totdat hun kind om hulp vraagt. Dit stelt kinderen in staat onafhankelijker te worden terwijl het hen ook beschermt tegen voortdurende mislukking. Ouders moeten geduldig zijn om hun kinderen deze moeilijke taken te laten uitvoeren (zelfbeheersing) zonder hen te bekritiseren als ze falen of fouten maken (verlies van zelfrespect).
Als kinderen erin slagen dit gevoel van autonomie te verwerven, zullen ze deze fase afsluiten met een gevoel van zekerheid en vertrouwen over hun vermogen om te overleven in de wereld. De psychologische vaardigheid of waarde die een kind verwerft wanneer het deze fase met succes doorloopt, is wilskracht. Wilskracht is het geloof dat kinderen kunnen handelen met een redelijke intentie. Als een kind wordt bekritiseerd, overmatig wordt gecontroleerd, of niet de kans krijgt om zijn onafhankelijkheid uit te oefenen, dan begint het zich ontoereikend te voelen in zijn vermogen om te overleven. Falen in dit stadium kan ertoe leiden dat een kind te afhankelijk wordt van anderen, een gebrek aan eigenwaarde heeft, of een gevoel van ontoereikendheid (schaamte) en zelftwijfel heeft over zijn eigen capaciteiten.
Het Technology Wellness Center (TWC) gelooft dat er twee manieren zijn waarop technologie dit ontwikkelingsstadium beïnvloedt. Ten eerste, als ouders het druk krijgen met hun carrière, persoonlijke leven en het plannen van evenementen voor hun kinderen, hebben ze de neiging om zich te haasten door de kleine en schijnbaar onbelangrijke taken die te veel tijd in beslag nemen. Het gezin is bijvoorbeeld al laat en in plaats van de driejarige te laten proberen zijn veters te strikken, kiest de ouder ervoor om het snel voor hem te doen. Tijdens de hectiek van de ochtendroutine wordt de jongste snel door papa aangekleed, zodat iedereen naar de crèche, school en het werk kan gaan zonder te laat te komen. Een deel van deze drukte in ons leven is te wijten aan het gebruik van technologie door ouders voor werk of spel. Ouders checken vaak werk- of persoonlijke e-mails, voeren gesprekken met hun mobiele telefoons terwijl ze zich ’s ochtends haasten en sturen collega’s of vrienden berichten over de plannen van de dag. Al dit technologiegebruik zuigt kostbare tijd weg die we aan onze kinderen zouden kunnen besteden. Kinderen hebben het nodig dat we het wat rustiger aan doen, dat we geduldig zijn en dat we hen zelf laten proberen om dingen te bereiken. Op die manier kunnen kinderen fase 2 met succes doorlopen.
Ten tweede zien we kinderen die op deze jonge leeftijd regelmatig mobiele telefoons, tablets of andere spelapparaten krijgen als vorm van vermaak of afleiding. Als gevolg daarvan verkennen ze de echte wereld om hen heen niet. Ze leren niet hoe ze zelfstandig kunnen worden of leren van hun fouten en successen door middel van verkenning en ervaring. Succesvol spelen via een digitaal apparaat vervangt NIET de ervaringen in het echte leven die kinderen helpen deze fase met succes door te komen. Als kinderen deze ervaringen in het echte leven missen, kunnen ze later last krijgen van zelftwijfel over hun eigen capaciteiten en te afhankelijk worden van hun verzorgers.
Tips voor kinderen in fase 2 (leeftijd 2 – 3):
- Geef uw kind geen elektronische apparaten om mee te spelen.
- Laat uw kind zichzelf aankleden.
- Laat uw kind uit een of twee voedingskeuzes kiezen.
- Laat uw kind werken aan het strikken van zijn of haar eigen schoenen.
- Laat uw kind een activiteit kiezen om ’s middags mee te spelen.
- Laat uw kind zichzelf voeden.
- Bekritiseer uw kind niet bij ongelukjes tijdens de zindelijkheidstraining.
- Bekritiseer uw kind niet als het fouten maakt terwijl het een nieuwe en moeilijke taak probeert te volbrengen.
- Leg uw technologie neer en wees attent wanneer uw kind een nieuwe taak probeert, zoals schoenen strikken, een overhemd aantrekken, enz.