Slag bij Gonzales
In het begin van de 19e eeuw was Texas een deel van Mexico. De eerste openlijke gevechten in de Texaanse Revolutie, waarin Texanen met succes vochten voor hun onafhankelijkheid, vonden plaats op 2 oktober 1835, bij Gonzales, Texas. De zogenaamde Slag bij Gonzales was echter in feite een kleine schermutseling; er werd gevochten om het bezit van één klein kanon.
In 1831 had de Mexicaanse regering het kanon uitgeleend aan Texaanse kolonisten in Gonzales om de kolonie te verdedigen tegen Amerikaanse Indianen. In 1835, toen de spanningen tussen de Texanen en de Mexicaanse regering opliepen, probeerden de Mexicanen het kanon terug te krijgen. De Mexicaanse kolonel Domingo de Ugartechea stuurde zes mannen om het kanon te bemachtigen, maar de Texanen weigerden en grepen de Mexicaanse soldaten en hielden hen gevangen. Ugartechea stuurde daarop een troepenmacht van 100 soldaten, geleid door luitenant Francisco de Castañeda. Bij de Guadalupe rivier bij Gonzales versperden 18 Texanen de weg van de soldaten. Toen meer Texanen uit nabijgelegen nederzettingen aankwamen, leidde Castañeda zijn soldaten stroomopwaarts en sloeg een kamp op. Ongeveer 180 Texaanse vrijwilligers verzamelden zich. Zij stonden onder bevel van John Henry Moore.
Op 2 oktober 1835 vielen de Texanen het kamp van de Mexicanen aan. De Texanen vuurden het kanon af, in wat wordt beschouwd als het eerste schot van de Texaanse Revolutie. De strijd was kort. In de minderheid en met de opdracht de Texanen niet in de strijd te betrekken, trok Castañeda zich snel terug. Er waren maar weinig slachtoffers. Misschien waren er een of twee Mexicanen gedood, en alle Texanen overleefden.
Het kanon werd bekend als het “Come and Take It” kanon. Op een gegeven moment, toen Castañeda opnieuw om het kanon had gevraagd, wezen de Texanen naar het kanon achter hen en zeiden: “Daar is het – kom en neem het mee.” Tijdens de schermutseling vochten de Texanen onder een inderhaast gemaakte vlag met het motto “Come and take it.”