Smithsonian Ocean
De kleinste haai, een dwerglantaarnhaai (Etmopterus perryi) is kleiner dan een mensenhand. Hij wordt zelden gezien en er is weinig over bekend. Hij is slechts enkele malen waargenomen bij de noordpunt van Zuid-Amerika op dieptes tussen 283-439 meter. Het hier afgebeelde exemplaar werd in 1985 ontdekt in de Caraïbische Zee voor de kust van Colombia op een diepte van 290 m.
Net als andere lantaarnhaaien heeft de dwerglantaarnhaai lichtgevende organen, fotoforen genaamd, langs zijn buik en vinnen. Deze helpen hem te camoufleren als hij zich in ondiep water voedt: de verlichte buik valt op door het zonlicht dat van boven naar beneden schijnt. In donkerder water trekt het licht kleinere dieren aan, waar de haai op jaagt. Hij heeft ook grote ogen (voor een haai) om hem te helpen zien in het meestal donkere water van de schemerzone van de oceaan.
Bekijk een korte video over een lantaarnhaai van NOAA, lees een andere theorie over hoe lantaarnhaaien met “lichtsabels” naderende roofdieren waarschuwen om weg te blijven, en leer meer over zijn veel grotere verwant, de grote witte haai.