Articles

Zwarte humor

Zwarte humor, ook wel zwarte komedie genoemd, geschriften waarin morbide of afgrijselijke elementen worden afgewisseld met komische elementen die de zinloosheid of nutteloosheid van het leven onderstrepen. Zwarte humor maakt vaak gebruik van klucht en lage komedie om duidelijk te maken dat individuen hulpeloze slachtoffers zijn van het lot en het karakter.

Hoewel de Franse surrealist André Breton in 1940 Anthologie de l’humour noir (“Bloemlezing van de zwarte humor”, vaak vergroot en herdrukt) publiceerde, werd de term pas in de jaren zestig algemeen gebruikt. Toen werd de term toegepast op het werk van de romanschrijvers Nathanael West, Vladimir Nabokov en Joseph Heller. Een opmerkelijk voorbeeld is Catch-22 (1961) van deze laatste, waarin kapitein Yossarian de verschrikkingen van de luchtoorlog boven de Middellandse Zee tijdens de Tweede Wereldoorlog bestrijdt met hilarische irrationaliteiten die overeenkomen met de stommiteiten van het militaire systeem. Andere romanschrijvers die in dezelfde geest werkten waren Kurt Vonnegut, met name in Slaughterhouse Five (1969), en Thomas Pynchon, in V (1963) en Gravity’s Rainbow (1973). Een filmvoorbeeld is Dr. Strangelove (1964) van Stanley Kubrick, een komedie van militaristische fouten die uitloopt op een wereldwijde nucleaire vernietiging. De term zwarte komedie is toegepast op toneelschrijvers van het Theater van het Absurde, met name Eugène Ionesco, zoals in Les Chaises (geproduceerd 1952; De Stoelen).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *