1
“Dit kan leiden tot het vermijden van langdurig gebruik van mogelijk schadelijke medicijnen voor misselijkheid, onnodig medisch onderzoek en waarschijnlijk een betere kwaliteit van leven voor de patiënten,” zegt hoofdauteur Tone Tangen Haug, M.D., Ph.D., van het Haukeland Universiteitsziekenhuis in Noorwegen.
Haug en collega’s van de afdeling psychiatrie voerden misschien wel de grootste studie uit naar de prevalentie van misselijkheid die ooit is uitgevoerd. De studie is gepubliceerd in het maart/april nummer van het tijdschrift General Hospital Psychiatry.
Over het geheel genomen gaf 48 procent van 62.000 mensen in Noorwegen die enquêtes invulden aan gedurende een periode van een jaar last te hebben gehad van een of meer maag-darmklachten, waaronder misselijkheid, brandend maagzuur, diarree en constipatie. Bijna 13 procent had in dat jaar last gehad van misselijkheid.
“In onze studiepopulatie was de prevalentie van angst en depressie significant hoger voor proefpersonen met misselijkheid, vergeleken met proefpersonen zonder deze klachten,” zegt Haug.
Baseerd op een psychiatrische schaal die hun symptomen beoordeelde, bleek 41 procent van degenen die belangrijke klachten van misselijkheid hadden, een angststoornis te hebben, terwijl 24 procent klinisch depressief was.
Nausea was de sterkste risicofactor voor angst. Degenen die symptomen van misselijkheid meldden, hadden meer dan drie keer zoveel kans om ook een angststoornis te hebben, en bijna anderhalf keer zoveel kans om aan een depressie te lijden.
De leeftijd, levensstijl en andere gezondheidsfactoren van de deelnemers aan het onderzoek waren niet zo sterk verbonden met misselijkheid als angst en depressie dat waren.
Omdat veel mensen met misselijkheidsklachten naar de eerstelijnsgezondheidszorg gaan, moeten deze artsen depressie en angst niet over het hoofd zien als mogelijke diagnoses, aldus Haug.