ADHD
-
Grote tekstgrootteGrote tekstgrootteReguliere tekstgrootte
Wat is ADHD?
ADHD staat voor attention deficit hyperactivity disorder. Het is een medische aandoening. Iemand met ADHD heeft verschillen in de ontwikkeling en activiteit van de hersenen die van invloed zijn op de aandacht, het vermogen om stil te zitten en de zelfbeheersing. ADHD kan gevolgen hebben voor een kind op school, thuis en in vriendschappen.
Wat zijn de tekenen van ADHD?
Alle kinderen hebben wel eens moeite met opletten, luisteren en aanwijzingen opvolgen, stilzitten, of op hun beurt wachten. Maar bij kinderen met ADHD zijn de moeilijkheden groter en komen ze vaker voor.
Kinderen met ADHD kunnen tekenen vertonen van een, twee of alle drie van deze categorieën:
- Onoplettend. Kinderen die onoplettend (snel afgeleid) zijn, hebben moeite hun aandacht te richten, zich te concentreren en aan het werk te blijven. Ze luisteren soms niet goed naar aanwijzingen, missen soms belangrijke details en maken soms niet af waar ze aan beginnen. Zij kunnen te veel dagdromen of treuzelen. Ze kunnen afwezig of vergeetachtig lijken en het overzicht verliezen.
- Hyperactief. Kinderen die hyperactief zijn, zijn zenuwachtig, rusteloos en snel verveeld. Ze kunnen moeite hebben om stil te zitten of stil te blijven wanneer dat nodig is. Ze kunnen zich haasten en onvoorzichtige fouten maken. Ze kunnen klimmen, springen of ravotten wanneer ze dat niet zouden moeten doen. Zonder dat het hun bedoeling is, kunnen ze zich zo gedragen dat anderen er last van hebben.
- Impulsief. Kinderen die impulsief zijn, handelen te snel voordat ze nadenken. Ze vallen vaak in de rede, kunnen duwen of grijpen, en vinden het moeilijk om te wachten. Ze doen dingen zonder toestemming te vragen, pakken dingen af die niet van hen zijn, of handelen op een manier die riskant is. Ze kunnen emotionele reacties hebben die te heftig lijken voor de situatie.
Soms merken ouders en leraren al tekenen van ADHD op als een kind heel jong is. Maar het is normaal voor kleine kinderen om afleidbaar, rusteloos, ongeduldig of impulsief te zijn – deze dingen betekenen niet altijd dat een kind ADHD heeft.
Aandacht, activiteit en zelfbeheersing ontwikkelen zich beetje bij beetje, naarmate kinderen groeien. Kinderen leren deze vaardigheden met hulp van ouders en leerkrachten. Maar sommige kinderen worden niet veel beter in opletten, kalmeren, luisteren of wachten. Als deze dingen doorgaan en problemen beginnen te veroorzaken op school, thuis en met vriendjes, kan er sprake zijn van ADHD.
Hoe wordt de diagnose ADHD gesteld?
Als u denkt dat uw kind ADHD heeft, maakt u een afspraak met de huisarts van uw kind. Hij of zij zal uw kind onderzoeken, inclusief het gezichtsvermogen en het gehoor, om er zeker van te zijn dat de symptomen niet door iets anders worden veroorzaakt. De arts kan u doorverwijzen naar een kinderpsycholoog of psychiater als dat nodig is.
Om de diagnose ADHD te stellen, beginnen artsen met vragen over de gezondheid, het gedrag en de activiteiten van het kind. Ze praten met ouders en kinderen over de dingen die ze hebben opgemerkt. Uw arts kan u vragen checklists in te vullen over het gedrag van uw kind, en kan u vragen de leerkracht van uw kind ook een checklist te geven.
Na het verzamelen van deze informatie stellen artsen de diagnose ADHD als duidelijk is dat:
- De afleidbaarheid, hyperactiviteit of impulsiviteit van een kind gaan verder dan wat gebruikelijk is voor hun leeftijd.
- het gedrag zich al voordoet sinds het kind jong is.
- afleidbaarheid, hyperactiviteit en impulsiviteit het kind op school en thuis beïnvloeden.
- Uit een gezondheidscheck blijkt dat een ander gezondheids- of leervraagstuk de problemen niet veroorzaakt.
Veel kinderen met ADHD hebben ook leerproblemen, oppositioneel en uitdagend gedrag, of stemmings- en angstproblemen. Artsen behandelen deze meestal samen met de ADHD.
Hoe wordt ADHD behandeld?
Behandeling voor ADHD bestaat meestal uit:
- Medicijnen. Dit activeert het vermogen van de hersenen om op te letten, langzamer te werken en meer zelfcontrole te gebruiken.
- Gedragstherapie. Therapeuten kunnen kinderen helpen de sociale, emotionele en planningsvaardigheden te ontwikkelen die bij ADHD achterblijven.
- Oudercoaching. Door coaching leren ouders de beste manieren om te reageren op gedragsproblemen die bij ADHD horen.
- Ondersteuning op school. Leraren kunnen kinderen met ADHD helpen het goed te doen en meer plezier in school te krijgen.
De juiste behandeling helpt ADHD te verbeteren. Ouders en leerkrachten kunnen jongere kinderen leren beter om te gaan met hun aandacht, gedrag en emoties. Naarmate ze ouder worden, moeten kinderen leren om hun eigen aandacht en zelfbeheersing te verbeteren.
Wanneer ADHD niet wordt behandeld, kan het moeilijk zijn voor kinderen om te slagen. Dit kan leiden tot een laag gevoel van eigenwaarde, depressie, oppositioneel gedrag, falen op school, risicogedrag, of familieconflicten.
Wat kunnen ouders doen?
Als bij uw kind ADHD is vastgesteld:
- Wees betrokken. Leer alles wat u kunt over ADHD. Volg de behandeling die de zorgverlener van uw kind aanbeveelt. Kom alle aanbevolen afspraken voor therapie na.
- Geef medicijnen veilig. Als uw kind ADHD-medicijnen gebruikt, geef deze dan altijd op het aanbevolen tijdstip en in de aanbevolen dosis. Bewaar medicijnen op een veilige plaats.
- Werk samen met de school van uw kind. Vraag leerkrachten of uw kind een IEP moet hebben. Spreek vaak met de leerkrachten af om te horen hoe het met uw kind gaat. Werk samen om uw kind te helpen het goed te doen
- Ouder met doel en warmte. Leer welke opvoedkundige benaderingen het beste zijn voor een kind met ADHD – en welke ADHD kunnen verergeren. Praat open en ondersteunend over ADHD met uw kind. Focus op de sterke punten en positieve kwaliteiten van je kind.
- Maak contact met anderen voor steun en bewustzijn. Sluit u aan bij een ondersteuningsorganisatie voor ADHD om op de hoogte te blijven van behandelingen en andere informatie.
Wat veroorzaakt ADHD?
Het is niet duidelijk wat de oorzaak is van de hersenafwijkingen van ADHD. Er zijn sterke aanwijzingen dat ADHD vooral erfelijk is. Veel kinderen die ADHD hebben, hebben een ouder of familielid met ADHD.
ADHD wordt niet veroorzaakt door te veel schermtijd, slechte opvoeding of het eten van te veel suiker.