Batter (koken)
Veel batters worden gemaakt door droge meelsoorten te combineren met vloeistoffen zoals water, melk of eieren. Batters kunnen ook worden gemaakt door granen in water te weken en ze nat te malen. Vaak wordt een rijsmiddel zoals bakpoeder toegevoegd om het beslag tijdens het koken te beluchten en op te kloppen, of het mengsel kan natuurlijk gefermenteerd zijn voor dit doel en om smaak toe te voegen. In sommige recepten kan koolzuurhoudend water of een andere koolzuurhoudende vloeistof, zoals bier, worden gebruikt om het beslag te beluchten. Andere vervangers van water zijn wijn, of gearomatiseerde likeuren zoals curacao, brandy, en maraschino.
De viscositeit van beslag kan variëren van zeer “zwaar” (blijft aan een omgekeerde lepel kleven) tot “dun” (vergelijkbaar met slagroom, genoeg om van een lepel te gieten of te laten vallen en wordt soms “druppelbeslag” genoemd). Het beslag wordt verhit, gewoonlijk door bakken, braden of stomen, zodat de ingrediënten gaar worden en het beslag een vaste vorm aanneemt. Deeg kan zoet of hartig zijn, vaak wordt suiker of zout toegevoegd (soms beide). Er kunnen vele andere smaakstoffen zoals kruiden, specerijen, vruchten of groenten aan het mengsel worden toegevoegd.
-
Crêpebeslag
-
Beslag met een beslaglepel
-
Close-omhoogzicht van engelenvoedselcakebeslag