Coati
De coati, ook bekend als de coatimundi, is een middelgroot, boomklimmend zoogdier dat voorkomt in Zuid-Amerika, Midden-Amerika en het zuidwesten van Noord-Amerika. Coati’s hebben een lange, eerder varkensachtige snuit, waaraan zij de bijnaam “de wasbeer met de varkensneus” te danken hebben. Er zijn vier soorten coati’s: de witneuscoati, de Zuid-Amerikaanse coati, de oostelijke bergcoati en de westelijke bergcoati. Lees verder voor meer informatie over de coati.
Beschrijving van de Coati
Hoewel de soorten variëren in kleur, is de gebruikelijke kleur oranje of roodachtig tot donkerbruin, soms dicht bij zwart. Hun onderzijde en korte, afgeronde oren zijn vaak veel bleker, en ze hebben zwarte poten. Coati’s hebben een opvallend langgerekte snuit en een lange staart, die beide vaak een andere kleur hebben dan het hoofdlichaam, soms met ringen of banden van contrasterende kleuren. Ze dragen hun staart meestal rechtop als ze lopen met hun beerachtige tred.
Zijn voorpoten hebben lange, stompe en licht gebogen klauwen, terwijl de achterpoten kortere klauwen hebben. Ze hebben vliezen tussen hun tenen, waardoor ze krachtige zwemmers zijn. Mannetjes zijn bijna twee keer zo groot als vrouwtjes en beide geslachten hebben lange, zeer scherpe hoektanden.
Interessante feiten over de Coati
Coati’s zijn intelligente dieren met een groot aanpassingsvermogen. Ze klimmen en foerageren zowel in bomen als op de grond. Dit betekent dat ze verschillende interessante aanpassingen hebben.
- Snuit – Lang en flexibel – kan tot 60° in elke richting gedraaid worden.
- Enkels – Deze zijn dubbelgewrichts, en kunnen meer dan 180° draaien als ze met hun kop naar beneden in bomen klimmen.
- Eetgedrag – Zuid-Amerikaanse neusbeertjes eten vogelspinnen, na ze omgedraaid te hebben om hun irriterende haren te verwijderen.
- Staart – Coati’s hebben een lange staart die, hoewel hij geen voorwerpen kan vastgrijpen, wordt gebruikt als een evenwichtspaal bij het klimmen in bomen.
- Groepsnaamwoord – Een groep coati’s staat bekend als een “band.”
Habitat van de Coati
Coati’s zijn over het algemeen vochtige of tropische regenwoudbewoners. Binnen hun verspreidingsgebied kunnen ze echter elke beboste habitat tot 3.000 m bewonen. Dit omvat gematigde eiken- en dennenbossen, en tropische regenwouden in laagland. Soms worden ze ook in savannes en woestijnen aangetroffen.
Distributie van de Coati
- Witneus coati: Mexico, Midden-Amerika, zuidwesten van de Verenigde Staten, en Colombia
- Zuid-Amerikaanse coati: Zuid-Amerika
- Oostelijke bergkat: Venezuela
- Westelijke bergkat: Colombia en Ecuador
Dieet van de coati
Coati’s zijn omnivoren, met een zeer gevarieerd dieet van kleine gewervelde prooidieren (hagedissen, knaagdieren, vogels, vogeleieren en krokodilleneieren), ongewervelde bodemdieren, en fruit. Ze hebben een goede reukzin en gebruiken hun snuit om op een varkensachtige manier in de grond te wroeten om ongewervelde dieren te vinden. Ze graven ook voedsel op met hun krachtige poten en klauwen. Ze leggen elke dag ongeveer 1,5 km af om voedsel te zoeken.
Coati en menselijke interactie
Coati’s zijn in sommige gebieden uitgebreid bestudeerd. Als gevolg hiervan zijn de neusbeertjes in deze gebieden gewend geraakt aan mensen, en lopen ze niet weg als ze benaderd worden. Coati’s worden soms door mensen gegeten, en de populatiedichtheid neemt drastisch af naarmate de jacht door mensen toeneemt. Ze worden gevangen en als huisdier verkocht, ook al zijn het geen goede huisdieren. De coati kan schade aanrichten aan gewassen en huizen, en soms kippen doden.
Domesticatie
Hoewel coati’s getemd zijn, zijn ze niet gedomesticeerd.
Is de coati een goed huisdier
Coati’s kunnen zeer aanhankelijke en liefdevolle huisdieren zijn. Ze zijn puppy-achtig als ze jong zijn. Hoewel het relatief gemakkelijk is om een band met een jong te krijgen, kan het een enorme uitdaging zijn om een oudere volwassene te krijgen die geen band met u heeft. Door hun hoge energie en kracht kunnen ze andere huisdieren (katten, honden) of mensen verwonden als ze met ze spelen, en ze kunnen ziekten overbrengen.
Coati care
Een kooi van minimaal 1,5 x 3,0 m wordt aanbevolen. De kooi moet gevuld zijn met hangmatten en takken om op te klimmen, en speeltjes, zoals belletjes en piepende hondenkluiven. Coati’s zijn zeer energieke dieren en mogen niet de hele dag en nacht in een kleine kooi worden gelaten zonder voldoende tijd buiten.
Gedrag van de Coati
Coati’s kiezen er vaak voor om te slapen of te rusten op hoger gelegen plaatsen, zoals het bladerdak van het bos, waarin ze ruwe nesten bouwen. Sommige soorten coati’s zijn overdag actief (dagactief), maar andere zijn ’s nachts actief (nachtactief).
Vrouwelijke coati’s leven met hun jongen in groepen van 10-30 individuen, deze groep wordt een “band” genoemd. Wanneer een groep zich verplaatst of aan het foerageren is, zijn ze zeer luidruchtig en communiceren hun bedoelingen of stemmingen met een breed scala van knorren, snuiven en tsjirpen. Volwassen mannetjes zijn solitair en paren alleen met vrouwtjes.
Coatis zijn zeer bekwame klimmers en gebruiken hun lange staart om hen in evenwicht te houden. Ze foerageren echter vooral op de grond, waar ze in het gebladerte naar voedsel zoeken.
Herplanting van de Coati
Coati’s broeden aan het begin van het regenseizoen, wanneer er voedsel in overvloed is. Een mannetje sluit zich aan bij de groep en paart met alle ontvankelijke vrouwtjes. Eenmaal zwanger, verlaat het vrouwtje de groep en bouwt een nest, meestal hoog in de bomen of op een rotsachtige richel. Na een zwangerschap (draagtijd) van bijna drie maanden brengt ze 2-7 baby’s ter wereld, die “kittens” worden genoemd.
Jonge neusbeertjes openen hun ogen als ze een dag of tien oud zijn, ze kunnen staan rond dag 19, en goed lopen tegen dag 24. Ze leren kort daarna klimmen, op de leeftijd van ongeveer 26 dagen. Als de kittens zo’n 6-10 weken oud zijn, gaan ze samen met hun moeder terug in de groep, waar andere moeders helpen bij de coöperatieve verzorging.