Dagelijks leven in de kampen
De hiërarchische structuur van de concentratiekampen volgde het model dat in Dachau was opgezet. De Duitse staf werd geleid door de Lagerkommandant (kampcommandant) en een team van ondergeschikten, meestal bestaande uit onderofficieren. Eén van hen voerde het bevel over het kamp van de gevangenen, meestal na een speciale opleiding voor deze taak. Mannelijke en vrouwelijke bewakers en opzichters van diverse pluimage waren ondergeschikt aan de commandostaf.
De gevangenen hadden een eigen hiërarchie. Gevangenbewaarders (kapos) werden beschouwd als een elite die macht kon uitoefenen. De gevangenen hadden verschillende meningen over hen: de meeste Joodse opzichters probeerden hun broeders goed te behandelen; sommigen waren hard tegen de andere gevangenen.
Het appel, de dagelijkse line-up die iedere ochtend na het ontwaken en iedere avond na terugkeer van de arbeid plaatsvond, was een van de gruwelijke aspecten van het leven van de gevangenen in de kampen. Zij werden gedwongen volkomen stil te staan, vaak uren achtereen, blootgesteld aan de elementen in de kou, regen, of sneeuw en aan de terreur van plotseling geweld door SS-ers, bewakers of kapo’s. De kamproutine bestond uit een lange lijst van bevelen en instructies, meestal aan iedereen gegeven, maar soms gericht aan individuele gevangenen, waarvan de meeste bekend waren, maar sommige onverwacht kwamen. Men moest al zijn krachten aanwenden om de dagelijkse routine te doorstaan: vroeg opstaan, het stro van het bed ordenen, de line-up, naar het werk marcheren, dwangarbeid, de wachttijd voor de magere dagelijkse maaltijd, gewoonlijk bestaande uit een waterige groentesoep en een half stuk brood, wat onvoldoende was voor mensen die zware arbeid moesten verrichten, de terugkeer naar het kamp, en nog een line-up, voordat men zich terugtrok in de barakken.
Ondanks de erbarmelijke omstandigheden werden culturele en religieuze activiteiten voortgezet in de getto’s, werkkampen en zelfs concentratiekampen. Literaire en artistieke werken die de oorlog overleefden, weerspiegelen het leven, de kwellingen en de pogingen van de Joden om hun menselijke en Joodse identiteit te behouden. Deze werken zijn directe en authentieke getuigenissen en geven een beeld van het dagelijks leven van de Joodse slachtoffers tijdens de Holocaust. Het schrijven van een dagboek op stukjes papier, het maken van tekeningen en illustraties van het kampleven, het maken van sieraden van koperdraad, het schrijven van een Pesach Haggadah, en het houden van gebedsdiensten op de vooravond van Rosh Hashanah zijn allemaal uitingen van de enorme psychologische kracht die deze tengere, uitgehongerde mensen in stand hielden. Zelfs aan het einde van de slopende dagen die zij moesten doorstaan, weigerden zij hun creatieve inspanningen op te geven. Gevangenen in concentratie- en werkkampen vertoonden heldenmoed en vindingrijkheid in hun dagelijks leven, worstelend om niet alleen de sintel van het fysieke leven te behouden, maar ook, en vooral, hun menselijkheid en fundamentele morele waarden, vriendschap en zorg voor anderen – waarden die hun overleving vergemakkelijkten.