Articles

De oorzaken van oorlog

Ethologie

Ethologen beginnen met het overtuigende argument dat bestudering van oorlogvoering door dieren kan bijdragen tot een beter begrip van oorlog zoals die door de mens wordt gevoerd. Het gedrag van apen en mensapen in gevangenschap en het gedrag van jonge kinderen vertonen bijvoorbeeld fundamentele gelijkenissen. In beide gevallen kan worden vastgesteld dat agressief gedrag meestal voortkomt uit verschillende drijfveren: rivaliteit om bezit, het binnendringen van een vreemdeling, of frustratie van een activiteit. De belangrijkste conflictsituaties die leiden tot agressie bij dieren, vooral die betreffende de toegang van mannetjes tot wijfjes en de controle over een territorium voor voedsel en voortplanting, worden gewoonlijk in verband gebracht met dominantiepatronen.

De analogieën van dierlijk met menselijk gedrag die door veel ethologen worden getrokken, worden echter ernstig in twijfel getrokken door hun meer terughoudende collega’s en ook door veel sociale wetenschappers. De term “agressie”, bijvoorbeeld, wordt onnauwkeurig en inconsequent gebruikt, en verwijst vaak alleen naar het grotendeels symbolische gedrag van dieren met signalen zoals grimassen.

Observed animal behaviour can be regarded as a possible important source of inspiration for hypotheses, but these must then be checked through the study of actual human behaviour. Aangezien dit nog niet voldoende is gebeurd, zijn de opgestelde hypothesen weinig gefundeerd en zijn het slechts interessante ideeën die moeten worden onderzocht. Voorts ligt het gedrag van de mens niet zo vast als het gedrag van dieren, deels omdat de mens snel verschillende gedragspatronen ontwikkelt als reactie op omgevingsfactoren, zoals geografie, klimaat en contact met andere sociale groepen. Deze gedragspatronen zijn zo gevarieerd dat zij kunnen worden gebruikt voor beide zijden van een discussie over bijvoorbeeld de vraag of mannen al dan niet een aangeboren neiging hebben om agressief te zijn.

Twee bijzonder interessante onderwerpen die door ethologen worden bestudeerd, zijn de effecten van overbevolking op dieren en het gedrag van dieren met betrekking tot territorium. De studie van overbevolking is onvolledig, en de bevindingen dat normale gedragspatronen in dergelijke omstandigheden de neiging hebben te breken en dat agressief gedrag vaak op de voorgrond treedt, zijn onderworpen aan de kwalificatie dat de reacties van dieren en mensen op overbevolking verschillend kunnen zijn. Ethologen hebben ook plausibele hypothesen naar voren gebracht betreffende biologische middelen om de populatie onder controle te houden door middel van verminderde vruchtbaarheid die optreedt wanneer dierenpopulaties groter worden dan de capaciteit van hun omgeving. Of dergelijke biologische beheersingsmechanismen in de menselijke samenleving werkzaam zijn, moet echter nader worden onderzocht.

De bevindingen betreffende de “territoriumdwang” bij dieren – d.w.z. de afbakening en verdediging tegen indringing van een vast gebied voor voedsel en voortplanting – zijn nog meer aan kwalificatie onderhevig, wanneer men daaruit een analogie trekt naar menselijk gedrag. De analogie tussen een dierlijk territorium en een territoriale staat is uiteraard uiterst zwak. In de natuur verschillen de territoria van de leden van een soort in omvang, maar zij lijken gewoonlijk te zijn voorzien van voldoende middelen van bestaan, en het gebruik van geweld ter verdediging ervan is zelden nodig, aangezien de gebruikelijke dreigende signalen er in het algemeen toe leiden dat potentiële rivalen zich terugtrekken. Dit is nauwelijks te vergelijken met de soms catastrofale verdediging van het grondgebied van een nationale staat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *