Articles

Gehenna

Gehenna, ook Gehinnom genoemd, verblijfplaats van de verdoemden in het hiernamaals in de Joodse en Christelijke eschatologie (de leer van de laatste dingen). Genoemd in het Nieuwe Testament in Griekse vorm (van het Hebreeuwse Ge Hinnom, dat “vallei van Hinnom” betekent), was Gehenna oorspronkelijk een vallei ten westen en zuiden van Jeruzalem waar kinderen werden verbrand als offers aan de Ammonitische god Moloch. Deze praktijk werd door de Israëlieten toegepast tijdens het bewind van koning Salomo in de 10e eeuw v. Chr. en koning Manasse in de 7e eeuw v. Chr. en duurde voort tot de Babylonische ballingschap in de 6e eeuw v. Chr. Gehenna werd later een vuilnisbelt om een herinvoering van dergelijke offers te ontmoedigen.

De beeldspraak van het verbranden van mensen leverde het concept van “hellevuur” aan de Joodse en Christelijke eschatologie. In het Nieuwe Testament (b.v. Mattheüs, Marcus, Lucas en Jacobus) wordt het verscheidene malen genoemd als een plaats waar het vuur de goddelozen zal vernietigen, en in de Talmoed, een compendium van Joodse wetten, overleveringen en commentaren, wordt het ook genoemd als een plaats van zuivering, waarna men van verdere marteling wordt bevrijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *