Geiten voeren: Wat u moet weten over voedergewassen en de winter
Geiten zijn herkauwers die planten eten en verteren via een vier-compartimenten maag. Qua voeding lijken ze meer op herten dan op schapen of runderen, die veel gras eten.
Geiten staan bekend om hun vermogen om te foerageren op alles van vers gras tot houtachtige struiken. Het zijn snuffelaars in plaats van grazers (runderen, schapen en paarden zijn bijvoorbeeld grazers). Daarom zijn ze uitstekend in het opruimen van ruig, overwoekerd land.
Foerage is de belangrijkste bron van voedingsstoffen voor geiten, afgezien van hun voedselaanbod. Het is wat ze eten in de winter als ze geen toegang hebben tot weidegrond. Het voer kan gras zijn, of een peulgewas zoals luzerne.
Elke geit heeft ongeveer twee tot vier pond hooi per dag nodig (3-4% van het lichaamsgewicht in kilo’s), dat naar keuze of twee keer per dag kan worden gevoerd.
Als er geen goede weidegrond beschikbaar is, is droog grasvoer van paardenkwaliteit aanvaardbaar. Geiten hebben extra hooi, dat ruwvoer is, nodig om hun pens goed te laten functioneren. De lange vezellengtes zijn hiervoor noodzakelijk. De pens is het eerste maagcompartiment (rijk aan levende bacteriën) dat de vezels begint te verteren.
Alfalfahooi is ook populair als voeder voor geiten en bevat doorgaans meer eiwitten, vitaminen en mineralen dan grashooi. Het kan een goede keuze zijn voor het voeren van melkgeiten, omdat het meer eiwit, energie en calcium bevat.
Vroeg tot midden in de winter is een periode waarin de geiten in het begin van de dracht moeten zijn. Begin met het verhogen van het voedingsniveau van een drachtige hinde ongeveer zes weken voor het aflammeren, zodat ze tegen de tijd dat het aflammeren begint, het voedingsniveau heeft dat ze nodig heeft voor het zogen. Wanneer de lactatie begint, verdubbelt de eiwitbehoefte van een geit meer dan. Alleen graan voeren om te helpen met energie is niet genoeg. Melkvorming vereist eiwit. Alfalfa is het enige hooi met voldoende eiwit om aan de behoeften van een lacterende hinde te voldoen. De producent moet echter voorzichtig en langzaam de eiwitopname van een drachtige hinde verhogen door geleidelijk het juiste voer aan haar dieet toe te voegen naarmate de dracht vordert. Een plotselinge verandering in soort of hoeveelheid voer kan tot tal van problemen leiden.
Naast voeding heeft het voeren van voldoende voer van goede kwaliteit voor de geiten nog een ander voordeel: het houdt ze warm. Dit is belangrijk omdat geiten een dunnere huid hebben en geen dikke vacht ontwikkelen. Een bijproduct van bacteriële fermentatie in de pens is warmte, dus het voeren van uw dieren met voldoende ruwvoer houdt ze warm van binnenuit.
Een goede regel is om geen drastische veranderingen aan te brengen in het dieet van uw geiten. Introduceer langzaam nieuw voer om te voorkomen dat de spijsvertering van uw geiten van streek raakt. Verander hun dieet langzaam, zodat de bacteriën in hun pens (hun eerste maag, die is gemaakt voor de eerste stap in de vertering van de planten die ze eten) tijd hebben om zich aan te passen.