Hoe wordt een babyzwaan genoemd?
Classificatie van zwanen
Het woord cygnet komt van het Latijnse woord “cygnus”. De wetenschappelijke naam voor zwanen is Cygnus atratus. Ze worden ingedeeld in de watervogelfamilie Anatidae en zijn nauw verwant aan de ganzen en eenden. Zwarthalszwanen, zwarte zwanen, knobbelzwanen, trompetzwanen en toendrazwanen zijn voorbeelden van enkele van de tegenwoordig beschikbare soorten. Knobbelzwanen, trompetzwanen en whooperzwanen zijn de grootste soorten zwanen. Het typische gewicht van zwanen is ongeveer 33 pond en hun hoogte als ze alert staan kan oplopen tot 5 voet. Hun spanwijdte kan oplopen tot 1 meter.
Het leven van de jongen
De jongen leggen vaak drie tot negen eieren en na een incubatieperiode van meer dan een maand komen de jongen uit. De jongen blijven dicht bij hun moeder voor bescherming en warmte. Je kunt de jongen gemakkelijk van de volwassen dieren onderscheiden omdat ze kleiner zijn en vaak een grijze, donzige vacht hebben. Deze vacht wordt uiteindelijk sneeuwwit, net als bij de ouders, wanneer het dier 20 pond weegt. Het broedsel van een zwaan bestaat uit drie tot negen jongen, die hun nesten bouwen van twijgen en bladeren op het land. De volwassen dieren eten waterplanten, granen en grassen, maar de jongen leven van waterinsecten en schaaldieren. Ze kunnen die vangen als hun ouders ze opjagen.
Jonge zwanen zijn al met 20 maanden oud genoeg om een band te vormen, maar beginnen meestal pas te broeden en hun jongen groot te brengen als ze 4 of 5 jaar oud zijn. Dit paar blijft tijdens het broedseizoen bij elkaar, maar kan het volgende jaar van partner wisselen. Volwassen zwanen zijn toegewijde ouders en beschermen hun jongen fel.
Belangrijke feiten over zwanen
Zwanen komen aan beide kanten van de evenaar op het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond voor en nemen seizoensgebonden deel aan een kleine trek. Van verschillende soorten is bekend dat ze trekken of gedeeltelijk trekken, terwijl andere soorten standzwanen zijn. Toendrazwanen zijn bijvoorbeeld geclassificeerd als volledig trekkend, terwijl knobbelzwanen gedeeltelijk migreren. Ze leven in habitats zoals overstroomd grasland, wetlands, meren en vijvers. Zwanen maken luide, melodieuze, trompetachtige toetergeluiden wanneer ze roepen. In een beschermde omgeving hebben ze een levensverwachting van wel 30 jaar.
In de jaren dertig van de vorige eeuw waren zwanen bijna uitgestorven, maar er werden maatregelen genomen om ze te beschermen en nu is hun populatie aanzienlijk gegroeid. Een volwassen zwaan heeft ongeveer 25.000 veren in zijn lijf. Ze vliegen meestal in groepen in een V-vormige formatie. Opmerkelijk is ook dat ze tot 60 mijl per uur kunnen vliegen, hoewel hun gemiddelde snelheid tussen 19 en 31 mijl per uur ligt. Een ander interessant feit is dat de angst voor zwanen cygnofobie wordt genoemd.