Innervatie van de slokdarm van zoogdieren
Inzicht in de innervatie van de slokdarm is een voorwaarde voor een succesvolle behandeling van een verscheidenheid van aandoeningen, zoals dysfagie, achalasie, gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) en niet-cardiale pijn op de borst. Hoewel de functies van de slokdarm op het eerste gezicht relatief eenvoudig zijn, is de neuronale aansturing ervan aanzienlijk complex. Vagale motorneuronen van de nucleus ambiguus en preganglionische neuronen van de dorsale motor nucleus innerveren respectievelijk de gestreepte en gladde spieren. Myenterische neuronen vormen de interface tussen de dorsale motorkern en gladde spieren, maar zij zijn ook betrokken bij de innervatie van dwarsgestreepte spieren. Intraganglionaire laminaire uiteinden (IGLE’s) vertegenwoordigen mechanosensorische vagale afferente terminals. Zij leggen ook ingewikkelde verbindingen met enterische neuronen. Afferente informatie wordt geïmplementeerd door de centrale slikpatroongenerator in de hersenstam, die deglutitieve activiteit in zowel de gestreepte als de gladde slokdarmspieren genereert en coördineert, en de slokdarmsfincters en de adaptieve ontspanning van de maag orkestreert. Een verstoord evenwicht tussen excitatie en inhibitie in de onderste slokdarmsfincter leidt tot motiliteitsstoornissen, bv. achalasie en GERD. Verlies van mechanosensorische afferenten verstoort de aanpassing van deglutitieve motorische programma’s aan bolusvariabelen, wat uiteindelijk leidt tot megaesophagus. Zowel spinale als vagale afferenten blijken bij te dragen tot pijnlijke gewaarwordingen, bv. niet-cardiale pijn op de borst. Extrinsieke en intrinsieke neuronen kunnen betrokken zijn bij intramurale reflexen waarbij acetylcholine, stikstofmonoxide, substance P, CGRP en glutamaat als voornaamste transmitters worden gebruikt. Daarnaast kunnen andere moleculen, b.v. ATP, GABA en waarschijnlijk ook ontstekingsbevorderende cytokines, deze neuronale functies moduleren.