Articles

Jakobus 1:5 Indien het nu iemand onder u aan wijsheid ontbreekt, moet hij God vragen, die aan allen ruimhartig geeft zonder schuld te ontdekken, en zij zal hem gegeven worden.

(5) Indien het iemand onder u aan wijsheid ontbreekt.–De apostel gaat over tot de gedachte van hemelse wijsheid; niet de kennis van de diepe dingen Gods, maar datgene wat ons wijs kan maken tot ons laatste einde (Spreuken 19:20). Weinigen kunnen, behalve uit eigenwaan, met Jesaja zeggen (Jesaja 50:4): “De Here God heeft mij de tong der geleerden gegeven;” en aan de andere kant kan het de wijste en meest begaafde mens werkelijk ontbreken aan de wijsheid die van boven neerdaalt.

Laat hij aan God vragen.–Maar wie, geleerd of ongeleerd, in zijn hart de behoefte voelt aan de kennis van God, omdat Hem kennen “het eeuwige leven is” (Joh.17:3), “laat hem” er in alle zuiverheid van bedoeling om vragen, eenvoudig, d.w.z, voor Zijn eer en dienst, “en het zal hem gegeven worden.”

Die aan alle mensen vrijgevig geeft en niet omhaalt. “Vrijgevig” zou misschien beter veranderd kunnen worden in eenvoudig – d.w.z. God geeft volledig en direct, en verwijt (of, “omhaalt”) niet het uitspreken van zo’n gebed, op geen enkele manier afdoend aan de genade van Zijn gaven. Hoe groot is het verschil met elke vrijgevigheid van de mens die ik “Ja,” schreef Dante, in ballingschap te Verona,

“. . . gij zult leren hoe zout zijn voedsel is, die het brood van een ander eet….

Hoe steil zijn pad is,

Wie de trap van een ander op en af gaat.”

“De dwaas,” zei de wijze zoon van Sirach, “geeft weinig, en berispt veel . . ., en wordt gehaat door God en de mensen” (Ecclesiasticus 20:15).

Verzen 5-11. – Uitweiding naar aanleiding van de gedachte aan volmaaktheid. Er kan geen ware volmaaktheid zijn zonder wijsheid, die een gave van God is, en die bij Hem gezocht moet worden. Het is mogelijk dat de gedachte en het verband van de passage te wijten zijn aan een herinnering aan Wisd. 9:6: “Want al wordt een mens onder de mensenkinderen nooit zo volmaakt (τέλειος), indien uw wijsheid niet bij hem is, zal hij niets geacht worden.” Maar of dit nu zo is of niet, de leer is duidelijk gegrond op de woorden van onze Heer met betrekking tot het gebed, Mattheüs 7:7, “Vraagt, en u zal gegeven worden”; en Markus 11:23, “Hebt vertrouwen in God. Voorwaar, Ik zeg u: Wie zal zeggen… en in zijn hart niet twijfelen (διακριθῇ), enz. Τοῦ διδόντος Θεοῦ. De volgorde van de woorden toont aan dat Gods karakter dat van een Gever is: “de gevende God.” Zijn “natuur en eigendom” is zowel te geven als te vergeven. De mens bederft dikwijls zijn gaven,
(1) door de afkerige wijze waarop zij worden gegeven, en
(2) door de verwijten die ermee gepaard gaan.

God daarentegen geeft aan allen
(1) vrijgevig, en
(2) zonder verwijten Ἁπλῶς: alleen hier in het Nieuwe Testament, maar vgl. ἁπλότης in Romeinen 12:8; 2 Korinthiërs 8:2; 2 Korinthiërs 9:11, 13. Vulgaat, overvloedig; A.V. en R.V., “vrijgevig”. Het is bijna gelijkwaardig aan “zonder enige arriere pensee”. Μὴ ὀνειδίζοντος: vgl. Ecclus. 41:22, Μετὰ τὸ δοῦναι μὴ ὀνείδιζε
Parallelle commentaren …

Lexicon

If
Εἰ (Ei)
Conjunction
Strong’s Greek 1487: Als. Een primair partikel van voorwaardelijkheid; als, of, dat, enz.
Elk
τις (tis)
Interrogatief / onbepaald voornaamwoord – Nominatief mannelijk enkelvoud
Strongs Grieks 5100: Een ieder, een of ander, een bepaald iemand of ding. Een enclitisch onbepaald voornaamwoord; een of andere of enig persoon of voorwerp.
van u
ὑμῶν (hymōn)
Persoonlijk / Bezittelijk voornaamwoord – Genitief 2e Persoon Meervoud
Strongs Grieks 4771: U. Het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud; gij.
looft
λείπεται (leipetai)
Werkwoord – Present Indicatief Midden of Passief – 3e Persoon Enkelvoud
Strongs Grieks 3007: Een primair werkwoord; weggaan, d.w.z. tekortschieten of afwezig zijn.
Wisdom,
σοφίας (sophias)
Naamwoord – Genitief Vrouwelijk Enkelvoud
Strongs Grieks 4678: wijsheid, inzicht, vaardigheid (menselijk of goddelijk), intelligentie. Van sophos; wijsheid.
Hij moet vragen
αἰτείτω (aiteitō)
Verb – Present Imperatief Actief – 3e Persoon Enkelvoud
Strongs Grieks 154: Vragen, verzoeken, petitioneren, eisen. Van onzekere afleiding; vragen.
God,
Θεοῦ (Theou)
Naamwoord – Genitief Mannelijk Enkelvoud
Strongs Grieks 2316: Een godheid, in het bijzonder de opperste Godheid; figuurlijk, een magistraat; door het Hebraïsme, zeer.
wie
τοῦ (tou)
Gezin – genitief mannelijk enkelvoud
Strong’s Greek 3588: De, het bepaalde lidwoord. Inclusief het vrouwelijke hij, en het onzijdige to in al hun verbuigingen; het bepaalde lidwoord; de.
geeft
διδόντος (didontos)
Werkwoord – tegenwoordig deelwoord actief – genitief mannelijk enkelvoud
Strongs Grieks 1325: Aanbieden, geven; ik zet, plaats. Een verlengde vorm van een primair werkwoord; geven.
Gunstig
ἁπλῶς (haplōs)
Adwerkwoord
Strongs Grieks 574: Eenvoudig, oprecht, genadig, overvloedig. Bijwoord van haplous; overvloedig.
tot allen
πᾶσιν (pasin)
Adjectief – Datief Mannelijk meervoud
Strongs Grieks 3956: Alles, het geheel, elke soort van. Met inbegrip van alle vormen van declinatie; blijkbaar een primair woord; alles, elk, ieder, het geheel.
zonder
μὴ (mē)
Geestelijk
Strongs Grieks 3361: Niet, opdat. Een primair partikel van gekwalificeerde ontkenning; niet, lest; ook (terwijl ou een bevestigend verwacht) of.
fout maken,
ὀνειδίζοντος (oneidizontos)
Verb – tegenwoordig deelwoord actief – genitief mannelijk enkelvoud
Strongs Grieks 3679: Verwijten maken, beschimpen, beschimpen. Van oneidos; belasteren, d.w.z. bespuwen, bespotten, beschimpen.
en
καὶ (kai)
Samenvoeging
Strongs Grieks 2532: En, zelfs, ook, namelijk.
het zal gegeven worden
δοθήσεται (dothēsetai)
Verb – Toekomende Indicatieve Passief – 3e Persoon Enkelvoud
Strongs Grieks 1325: Aanbieden, geven; ik zet, plaats. Een verlengde vorm van een primair werkwoord; geven.
aan hem.
αὐτῷ (autō)
Persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord – Datief Mannelijk – 3e Persoon Enkelvoud
Strongs Grieks 846: Hij, zij, het, zij, hen, hetzelfde. Van het partikel au; het wederkerend voornaamwoord zelf, gebruikt van de derde persoon, en van de andere personen.

Jump to Previous

Deficient Fault Finding Freely Generously Gives Hand Lacketh Lacks Open Reproach Reproaches Reproaching Request Unkind Upbraiding Wisdom

Jump to Next

Deficient Fault Finding Freely Generously Gives Hand Lacketh Lacks Open Reproach Reproaches Reproaching Request Unkind Upbraiding Wisdom

Links

Jakobus 1:5 NIV
James 1:5 NLT
James 1:5 ESV
James 1:5 NASB
James 1:5 KJV
James 1:5 BibleApps.com
James 1:5 Biblia Paralela
James 1:5 Chinese Bijbel
James 1:5 Franse Bijbel
James 1:5 Clyx Quotations
NT Letters: Jakobus 1:5 Maar indien het iemand onder u aan wijsheid ontbreekt (Ja Jas. Jam)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *