Articles

Klinische en microscopische kenmerken van gegeneraliseerde discoide lupus erythematosus bij de hond (10 gevallen)

Achtergronden: Gegeneraliseerde discoide lupus erythematosus (GDLE) is een nieuw erkende canine variant van chronische cutane lupus erythematosus (CLE) die niet goed gekarakteriseerd is.

Hypothese/doelstellingen: Wij rapporteren hierin het signalement, de klinische verschijnselen, het behandelingsresultaat, de histopathologie en immunologische bevindingen van 10 honden met GDLE.

Methoden: Inclusiecriteria waren: (i) een >3 maanden geschiedenis van gegeneraliseerde huidlaesies die wijzen op een chronisch of recidiverend karakter; (ii) huidlaesies die lijken op die van menselijke GDLE; (iii) histopathologie van CLE (lymfocyten-rijke interface dermatitis). Directe immunofluorescentie (IF) en antinucleaire antilichaam serologie werden onderzocht waar mogelijk.

Resultaten: Verschillende rassen werden aangetast in hun midden- tot late volwassenheid. Selectiecriteria van gegeneraliseerde multifocale, ringvormige (“discoide”) tot polycyclische plaques met pigment veranderingen, erythemateuze rand, adherente schilfering, folliculaire plugging en centrale alopecia werden bij alle honden aangetoond. Bij negen honden vertoonden de plaques milde tot matige centrale littekenvorming met depigmentatie en/of hyperpigmentatie. Er waren geen honden waarbij de ziekte evolueerde naar systemische lupus erythematosus binnen een mediane follow-up van 2,5 jaar. Volgens de inclusie criteria, kwam interface dermatitis voor met basement membrane zone (BMZ) verdikking, suprabasale apoptose en/of dermale fibrose bij sommige honden. Infundibulaire interface folliculitis kwam vaak voor; het ging soms over in murale folliculitis in lagere follikelsegmenten, en kwam voor met folliculaire en talgklieratrofie. De directe IF toonde fragmentarische depositie van immunoglobuline IgG en IgM op de BMZ. De laesies reageerden op verschillende behandelingen, waaronder ciclosporine, hydroxychloroquine, topische tacrolimus en tetracycline/niacinamide. Terugval kwam vaak voor nadat de medicatie was afgebouwd.

Conclusies en klinisch belang: Deze observaties ondersteunen het bestaan van een hondachtig homoloog van menselijke GDLE.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *