Labor, Capital, and Government: The Anthracite Coal Strike of 1902
Afgelopen oktober 1902 voelde president Theodore Roosevelt zich opgelucht na maanden van onrust en onzekerheid. De arbeiders in de antracietkolenindustrie van Pennsylvania staakten al vijf maanden en dreigden de steden in het oosten in de kou te laten zitten zonder voldoende brandstof voor de winter. De antracietarbeiders en de ondernemers hadden na een maandenlange impasse eindelijk een akkoord bereikt, en de antracietproductie werd op 23 oktober hervat. Het akkoord – het eerste in zijn soort – legde de beslissingsbevoegdheid in handen van een door de president benoemde federale commissie, die bevoegd was om de arbeidsvoorwaarden en diverse operationele kwesties in de antracietstreek vast te stellen. Na een onderzoek van een week in de mijnen begon de commissie de getuigenissen te horen van honderden vertegenwoordigers van de arbeiders en hun werkgevers, de mijnexploitanten. De hoorzittingen werden uiteindelijk afgesloten in februari 1903, waarna de commissie begon met het formuleren van haar definitieve oordelen.
De leden van de commissie wisten dat hun werk een belangrijk precedent zou scheppen voor het industriële bestuur in de komende jaren. De antracietstaking van 1902 was echter de eerste keer dat de regering optrad om een staking te beëindigen zonder geweld en zonder een duidelijke wettelijke rechtvaardiging. De beslissingen van de commissie zouden daarom belangrijke gevolgen hebben, niet alleen voor de antracietindustrie, maar mogelijk ook voor de verhoudingen tussen het Amerikaanse bedrijfsleven en de werknemers in het algemeen. Met overvloedige hoeveelheden gegevens, getuigenissen en onderzoek om hen te informeren, begonnen de commissieleden aan het proces om te beslissen hoe een Amerikaanse industrie moest en zou werken.