MEDSAFE
Gepubliceerd: 11 december 2013
Amiodarone Pulmonary Toxicity – Early Recognition is Vital
Prescriber Update 34(4):
december 2013
Key Messages
- Alle patiënten die amiodaron krijgen, moeten worden gecontroleerd op de ontwikkeling van bijwerkingen, waaronder pulmonale toxiciteit.
- Pulmonale toxiciteit moet worden vermoed bij alle patiënten die tijdens het gebruik van amiodaron nieuwe of verergerende pulmonale symptomen ontwikkelen.
- Amiodaron moet worden gestopt bij alle vermoedelijke gevallen van pulmonale toxiciteit.
- Corticosteroïden kunnen worden overwogen als behandelingsoptie. Een langzame terugtrekking van de corticosteroïden (over ten minste twee tot zes maanden) wordt aanbevolen om rebound pulmonale toxiciteit te voorkomen.1.
Pulmonale toxiciteit komt naar schatting voor bij ongeveer 5% van de patiënten die amiodaron gebruiken en wordt beschouwd als de ernstigste bijwerking die met het gebruik van amiodaron gepaard gaat.1
Pulmonale toxiciteit is een van de meest voorkomende bijwerkingen van amiodaron. Vroegtijdige herkenning van de toxiciteit en stopzetting van het gebruik van amiodaron leidt bij de meeste patiënten tot een goede prognose.
Amiodaron is een anti-aritmicum van klasse III dat een effectieve behandeling vormt voor ventriculaire en supraventriculaire tachyaritmieën2. Het gebruik ervan kan echter worden beperkt door de ontwikkeling van ernstige bijwerkingen, waaronder pulmonale, schildklier- en levertoxiciteit.
Monitoring
Alle patiënten die amiodaron gebruiken, moeten voortdurend klinisch worden onderzocht en gecontroleerd op bijwerkingen (tabel 1).
Tabel 1: Aanbevolen minimale screeningmaatregelen3
Type test | Tijdstip waarop test wordt uitgevoerd |
---|---|
Liver functieonderzoek | Basislijn en elke zes maanden |
Functieonderzoek schildklier | Basislijn en elke zes maanden |
Chest X-röntgenfoto | Basislijn en elke 12 maanden |
Basislijn indien visuele beperking aanwezig is of voor onderzoek van symptomen | |
Pulmonale functieonderzoeken (inclusief DLCO) | Basislijn en voor onderzoek van:
|
Indien klinische verdenking van pulmonale toxiciteit | |
Basislijn en wanneer klinisch relevant |
Nieuw-Zeelandse informatie
PHARMAC gegevens geven aan dat ongeveer 7000 patiënten per jaar amiodarone krijgen. De meerderheid van deze patiënten (85%) was 60 jaar of ouder.
Het Centre for Adverse Reactions Monitoring (CARM) heeft van januari 2008 tot september 2013 in totaal 65 meldingen van bijwerkingen van amiodaron ontvangen. Van deze meldingen betroffen er 16 pulmonale bijwerkingen. Deze meldingen omvatten interstitiële pneumonie of pneumonitis (8 meldingen), longfibrose (5), ademnood of cardio-respiratoir falen (2) en niet nader gespecificeerde pulmonale stoornis (1).
De meeste meldingen waren bij mannen (10 tegenover 6) en bij 60-plussers (14 meldingen). De duur van het gebruik van amiodarone in deze meldingen varieerde van vier dagen tot meer dan vijf jaar.
Presentatie
Amiodaron-geïnduceerde pulmonale toxiciteit kan acuut (uren tot dagen na chirurgie of angiografie) of chronisch (maanden tot jaren na het begin van de amiodaronbehandeling) optreden. Acute toxiciteit (bv. acuut ademnoodsyndroom) is zeldzaam, maar gaat gepaard met een hoge mortaliteit (tot 50%).
Chronische toxiciteit (bv. chronische interstitiële pneumonitis, organiserende longontsteking) komt vaker voor en treedt geleidelijk op met symptomen als niet-productieve hoest, dyspneu, koorts, pleuritische pijn op de borst, vermoeidheid en/of gewichtsverlies. Het sterftecijfer kan in sommige studies oplopen tot 10%1.
Risicofactoren
Mogelijke risicofactoren voor amiodaron-geïnduceerde pulmonale toxiciteit zijn hoge dagelijkse doses (meer dan 400 mg/dag), hoge cumulatieve doses (behandelingsduur van meer dan twee maanden), mannelijk geslacht, toenemende leeftijd (ouder dan 60 jaar) en reeds bestaande longaandoeningen.
Een recente operatie of pulmonale angiografie wordt in verband gebracht met acute amiodaron-geïnduceerde pulmonale toxiciteit. Gevallen hebben zich voorgedaan bij lage doses en korte behandelingsduur.
Diagnose
De diagnose van amiodaron-geïnduceerde pulmonale toxiciteit vereist uitsluiting van andere oorzaken (bv. hartfalen, infectieuze pneumonie, longembolie en maligniteit). Een vermindering van de diffusiecapaciteit van de long voor koolmonoxide (DLCO) met meer dan 20% en infiltraten op röntgenfoto’s van de borstkas of andere beeldvormende middelen zijn zeer suggestief, maar niet diagnostisch voor amiodaron-geïnduceerde pulmonale toxiciteit.
Behandeling
Behandeling bestaat in de eerste plaats uit het stoppen met amiodaron. Corticosteroïden kunnen ook nuttig zijn (hoewel er geen klinische studies zijn uitgevoerd).
De beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten zich ervan bewust zijn dat als gevolg van de lange halfwaardetijd van amiodaron (geschat tussen 14 en 59 dagen) de symptomen aanvankelijk kunnen verergeren of langzaam verdwijnen4.
- Chan ED, King TE. 2013. Amiodarone pulmonale toxiciteit. In UpToDate, Flaherty, KR. (ed). Waltham: UpToDate. URL:www.uptodate.com (geraadpleegd op 19 november 2013).
- Goldschlager N, Epstein AE, Naccarelli GV, et al. 2007. A practical guide for clinicians who treat patients with amiodarone: 2007. Heart Rhythm 4(9): 1250-1259.
- Van Cott TE. Yehle KS, DeCrane SK, et al. 2013. Amiodaron-geïnduceerde pulmonale toxiciteit: Casestudy met syndroomanalyse. Heart and Lung 42: 262-266.
- Sanofi-Aventis New Zealand Limited. 2012. Cordarone X Gegevensblad. 12 december 2012. URL:www.medsafe.govt.nz/profs/datasheet/c/CordaroneXtabinj.pdf (geraadpleegd op 19 november 2013).