Omgevingstemperatuur
Omgevingstemperatuur is de luchttemperatuur van een object of omgeving waar apparatuur is opgeslagen. Het bijvoeglijk naamwoord ambient betekent “betrekking hebbend op de onmiddellijke omgeving”. Deze waarde wordt ook wel de gewone temperatuur of de basistemperatuur genoemd en is belangrijk voor het systeemontwerp en de thermische analyse.
In een computercontext is het handhaven van een geschikte omgevingstemperatuur van cruciaal belang voor een goede werking en een lange levensduur van computerapparatuur. In het algemeen ligt een veilig bereik tussen 60 en 75 graden Fahrenheit of 15 en 25 graden Celsius, hoewel het koelere uiteinde van dat bereik beter is. Omgevingstemperaturen boven deze grenzen maken het voor het koelsysteem van een computer moeilijk om deze op een veilige bedrijfstemperatuur te houden.
Omgevingstemperatuur meten
Het meten van de omgevingstemperatuur van een kamer of component wordt gedaan met behulp van een thermometer of sensor. Om er zeker van te zijn dat de meting zo nauwkeurig mogelijk is, moet het meetapparaat in de schaduw worden gehouden, op de middelste hoogte van de kamer en in een goed geventileerde ruimte waar de lucht vrij kan circuleren. Wanneer de omgevingstemperatuur binnenshuis wordt gemeten, is het belangrijk de temperatuurwaarden over de lengte van een dag te controleren om de maximale omgevingstemperatuur en de minimale omgevingstemperatuur te bepalen. Bij het bepalen van de omgevingstemperatuur van een buitenomgeving, kan het nuttig zijn om te kijken naar historische temperatuurgemiddelden.
Een ding dat belangrijk is om op te merken, is dat er factoren zijn die invloed kunnen hebben op hoe de omgevingstemperatuur aanvoelt, maar niet op de temperatuurmeting. Enkele van deze factoren zijn vochtigheid, gevoelstemperatuur en isolatie.
Belang van omgevingstemperatuur
Metingen van de omgevingstemperatuur zijn van cruciaal belang om de levensduur van apparaten te maximaliseren, storingen te voorkomen en schade te vermijden. Enkele toepassingen van het kennen van de omgevingstemperatuur van een voorwerp zijn:
- Het controleren of het interne koelsysteem van een apparaat voldoende werkt, zoals een laptopventilator.
- Zorgen dat materialen, zoals voedsel of chemicaliën, veilig worden opgeslagen.
- Het bepalen van de energie-efficiëntie van een verwarmings- of koelsysteem.
- Het analyseren van componenten om er zeker van te zijn dat maximum- en minimumtemperaturen de functionaliteit of het gebruik niet beïnvloeden.
- Het regelen van de temperatuur van een omgeving binnen een acceptabel bereik.
- Het beperken van de vermogensdissipatie, of vermogensstroom, tot een veiliger waarde.
Omgevings- vs. ruimtetemperatuur
Weliswaar is de omgevingstemperatuur de werkelijke luchttemperatuur van een omgeving, maar ruimtetemperatuur verwijst naar het bereik van temperaturen waarbij de meeste mensen zich prettig voelen. Omgevingstemperatuur wordt gemeten met een thermometer, terwijl kamertemperatuur meer op gevoel is gebaseerd. De omgevingstemperatuur van een omgeving kan sterk afwijken van de aanvaarde kamertemperatuur, zoals wanneer een airconditioner of verwarming defect is.