Articles

Rivieren van Zuid-Amerika

De afwatering wordt met name beïnvloed door de fysieke asymmetrie van het continent. De grote bekkens liggen ten oosten van de Andes, en de belangrijkste rivieren stromen naar de Atlantische Oceaan. De vier grootste afwateringssystemen – de Amazone, de Río de la Plata (rivieren van Paraguay, Paraná en Uruguay), de Orinoco en de São Francisco – beslaan ongeveer tweederde van het continent.

Huidelijk het grootste systeem wordt gevormd door de Amazonerivier, die zich zo’n 6.400 km over equatoriaal Zuid-Amerika uitstrekt. De hoeveelheid water die zij vervoert overtreft die van alle andere rivieren en vormt een vijfde van al het stromende zoete water van de wereld. Ongeveer 6.350.000 kubieke voet (179.800 kubieke meter) water per seconde wordt door de Amazone in de Atlantische Oceaan geloosd, dat is meer dan 10 keer de uitstroom van de Mississippi rivier. De Amazone draineert ongeveer 2.722.000 vierkante mijl (7.050.000 vierkante km) – ongeveer twee vijfde van Zuid-Amerika – en heeft meer dan 1.000 zijrivieren, waarvan verscheidene meer dan 1.000 mijl (1.600 km) lang zijn. De rivier ontspringt in de centrale Peruaanse Andes en wordt in haar bovenloop de Marañón genoemd; nadat zij door verschillende rivieren is samengesmolten – waaronder de Ucayali-rivier, waarvan de lengte van de Amazone traditioneel wordt afgemeten – ontsnapt zij uit de Andes door smalle ravijnen (pongo’s). Gemeten vanaf de samenvloeiing van de Marañón en de Ucayali is de Amazone alleen nog langer dan de Nijl. Recentere metingen hebben echter uitgewezen dat de bron van de Amazone verder in het Andesgebergte ligt, wat suggereert dat de Amazone de langste rivier ter wereld is. In de buurt van Manaus komt ze samen met de Negorivier, die een groot deel van Noord-Brazilië van water voorziet. De Amazone, dan op volle kracht, kronkelt door de laagvlakten om tussen de hooglanden van Guyana en de Braziliaanse hooglanden door te stromen alvorens in de Atlantische Oceaan uit te monden.

Negro-rivier in het Amazone-regenwoud, Noord-Brazilië.
Negro-rivier in het Amazone-regenwoud, Noord-Brazilië.

Union Press/Bruce Coleman, Inc, New York

Het op een na belangrijkste afwateringssysteem, dat naar schatting zo’n 1,2 miljoen vierkante mijl (3,2 miljoen vierkante km) beslaat, wordt gevormd door de rivieren Paraguay, Paraná en Uruguay. Deze rivieren monden uit in de Río de la Plata, die eigenlijk een estuarium is en geen rivier. Ongeveer 2.800.000 kubieke voet (79.300 kubieke meter) water per seconde stroomt uit de gemeenschappelijke monding van deze rivieren, een afvloeiing die alleen die van de Amazone overtreft. De Paraguay-rivier, met een lengte van 2.550 km, ontspringt in de Boliviaanse heuvels en mondt uit in de Paraná-rivier. De Paraguay is een rivier van de vlakten, die in haar middenloop door een groot moerasgebied (de Pantanal) stroomt; de benedenloop is echter droger. De Paraná heeft een totale lengte van 4.880 km; de bovenloop (over het algemeen Alto Paraná genoemd) stroomt hoofdzakelijk over de oostelijke hoogvlakten alvorens samen te vloeien met de Paraguay, waarna de rivier door een brede uiterwaard stroomt alvorens uit te monden in de Río de la Plata. De Uruguay-rivier is met 1.593 km de kortste van de drie; hij stroomt ten oosten van de Paraná voordat hij uitmondt in de Paraná-delta bij Buenos Aires.

Het stroomgebied van de Orinoco is het op twee na grootste afwateringssysteem van het continent en beslaat ongeveer 948.000 km2. Met een lengte van ongeveer 2700 km stroomt de rivier eerst naar het westen en dan naar het noorden, waarbij zij een reeks steile hellingen afdaalt. Vervolgens stroomt zij in noordoostelijke en oostelijke richting langs de rand van de Llanos, een vlakte die zich in westelijke richting uitstrekt tot aan de Andes. Vlakbij de oceaan splitst de Orinoco zich in een reeks stroompjes en vormt zo zijn delta. Een uniek kenmerk van de bovenloop van de Orinoco is de Casiquiare, een bevaarbare waterweg waardoor water van de Orinoco naar het Amazonestelsel kan stromen, en ook in omgekeerde richting bij hoogtij in het Amazonegebied.

Het stroomgebied van de São Francisco-rivier, met een oppervlakte van zo’n 244.000 vierkante mijl (632.000 vierkante km), is het op drie na grootste afwateringssysteem van Zuid-Amerika. De rivier, die geheel binnen Brazilië stroomt, heeft een totale lengte van 2.914 km. Zij ontspringt in de deelstaat Minas Gerais en stroomt 1.000 mijl (1.600 km) noordwaarts alvorens in oostelijke richting af te buigen naar de Atlantische Oceaan. De São Francisco is sinds de koloniale tijd een belangrijke communicatieader geweest en is de locatie van verschillende grote hydro-elektrische projecten; veel geïrrigeerde velden zijn te vinden rond het São Francisco reservoir.

De rest van de Atlantisch stromende rivieren van het continent zijn van veel minder belang. Tot de grootste behoren de Magdalena in Colombia (bevaarbaar in het onderste deel) en de Essequibo, Maroni en Oyapock in de Guianas.

De afwatering naar de Stille Oceaan is anders door de nabijheid van de Andes aan de kust van de Stille Oceaan en de schaarse regenval van zuidelijk Ecuador tot centraal Chili. Als gevolg daarvan zijn de rivieren kort en voeren slechts weinige een grote hoeveelheid water aan. De belangrijkste rivieren zijn de Guayas in Ecuador, waaraan de haven van Guayaquil gelegen is, en de Santa in Peru. Sommige bergstromen zijn van oudsher van groot belang geweest, toen een goed waterbeheer de ontwikkeling van oude beschavingen mogelijk maakte. In Centraal-Chili zijn de valleien van de Aconcagua, de Maule en de Biobío vruchtbare landbouwgebieden gebleven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *