Voorrang – SGI

Geregelde kruispunten

Op elk kruispunt waar een voorrangsbord staat, moeten bestuurders die voor het bord staan voorrang verlenen aan alle andere automobilisten die het kruispunt naderen.

Bij drie- en vierrichtingsstops moet uit beleefdheid het eerste voertuig dat stopt voorrang krijgen. De overige drie voertuigen verlenen dan voorrang aan de bestuurder rechts van hen.

Bij tweerichtingsstops moeten voertuigen blijven stilstaan totdat al het kruisende verkeer is gepasseerd. Wanneer twee voertuigen rond dezelfde tijd bij de tegenover elkaar staande stopborden aankomen en een van de voertuigen slaat linksaf, moet de naar links afslaande bestuurder voorrang verlenen aan de bestuurder die rechtdoor gaat. Als het veilig is, mag het links afslaande voertuig voorgaan, ook als er intussen een ander voertuig aankomt dat van plan is rechtdoor te gaan. Het links afslaande voertuig kan links afslaan terwijl het volgende voertuig naar de stopstreep rijdt. Dit houdt het verkeer in goede banen. Als de tegenliggers allebei rechtdoor gaan, kunnen de bestuurders tegelijk doorrijden.

In elk geval moet u bij een stopbord voorrang verlenen aan voertuigen en voetgangers en mag u pas doorrijden als het veilig is.

Alle bestuurders hebben een morele en wettelijke verantwoordelijkheid om aanrijdingen te voorkomen. Als u voorrang heeft op een kruispunt en een bestuurder weigert voorrang te verlenen, dan bent u uit veiligheidsoogpunt verantwoordelijk om een aanrijding te voorkomen, in plaats van vast te houden aan uw voorrangsrecht. Vergeet het oude gezegde niet – “Je zou gelijk kunnen hebben – dodelijk gelijk.”