Westerse Beschaving
Leerdoel
- Belicht het belang van de Zeven Koningen van Rome voor de Romeinse cultuur
Kernpunten
- Romulus was de eerste koning van Rome en de stichter van de stad. Hij is vooral bekend om de Verkrachting van de Sabijnse Vrouwen en de oprichting van de Senaat, alsmede verschillende stempraktijken.
- Numa Pompilius was een rechtvaardige, vrome koning die de cultus van de Vestaalse Maagden in Rome instelde, en de positie van Pontifex Maximus. Zijn heerschappij werd gekenmerkt door vrede.
- Tullus Hostilius had weinig respect voor de Romeinse goden, en richtte zich volledig op militaire expansie. Hij bouwde het huis van de Romeinse Senaat, de Curia Hostilia.
- Ancus Marcius regeerde vreedzaam en voerde alleen oorlogen als Romeinse gebieden verdedigd moesten worden.
- Lucius Tarquinius Priscus vergrootte de Senaat en begon met grote bouwwerken, waaronder de Tempel voor Jupiter Optimus Maximus, en het Circus Maximus.
- Servius Tullius bouwde de eerste pomerium-muren die de Zeven Heuvelen van Rome volledig omringden. Hij bracht ook organisatorische veranderingen aan in het Romeinse leger, en voerde een nieuwe grondwet in voor de Romeinen, waarbij de burgerklassen verder werden ontwikkeld.
- Lucius Tarquinius Superbus’s bewind wordt herinnerd vanwege zijn gebruik van geweld en intimidatie, en zijn gebrek aan respect voor de Romeinse gebruiken en de Romeinse Senaat. Hij werd uiteindelijk ten val gebracht, wat leidde tot de oprichting van de Romeinse Republiek.
Termen
absolute monarchie
Een monarchische regeringsvorm waarbij de monarch absolute macht heeft onder zijn of haar volk. Dit komt neer op onbeperkte politieke macht over een soevereine staat en zijn bevolking.
patriciërs
Een groep elitefamilies in het oude Rome.
De eerste 200 jaar van de Romeinse geschiedenis vonden plaats onder een monarchie. In deze periode werd Rome geregeerd door zeven koningen, en elk van hun regeerperiodes werd gekenmerkt door de persoonlijkheid van de heerser in kwestie. Aan elk van deze koningen wordt de oprichting van een belangrijke Romeinse traditie of de bouw van een belangrijk gebouw toegeschreven. Van geen van de zeven koningen is bekend dat zij dynastieën waren, en pas na de vijfde koning, Tarquinius Priscus, wordt melding gemaakt van het erfelijk karakter van het koninkrijk.
De koning van Rome bezat absolute macht over het volk, en de Senaat vormde slechts een zwak, oligarchisch tegenwicht tegen zijn macht, die in de eerste plaats slechts geringe bestuurlijke bevoegdheden uitoefende. Om deze redenen wordt het koninkrijk Rome beschouwd als een absolute monarchie. Desondanks werden de Romeinse koningen, met uitzondering van Romulus, gekozen door de burgers van Rome die zitting hadden in de Curiate Assembly. Daar stemden de leden over kandidaten die waren voorgedragen door een gekozen lid van de senaat, een interrex genaamd. Kandidaten konden uit elke bron worden gekozen.
Romulus was de legendarische eerste koning van Rome en de stichter van de stad. In 753 v. Chr. begon Romulus met de bouw van de stad op de Palatijnheuvel. Nadat hij Rome had gesticht en de naam had gegeven, zo gaat het verhaal, stond hij toe dat mensen van alle klassen naar Rome kwamen als burgers, inclusief slaven en vrije mensen, zonder onderscheid. Om zijn burgers van vrouwen te voorzien, nodigde Romulus de naburige stammen uit voor een festival in Rome, waar hij de jonge vrouwen onder hen ontvoerde (dit staat bekend als De verkrachting van de Sabijnse vrouwen). Na de daaropvolgende oorlog met de Sabijnen deelde Romulus het koningschap met de Sabijnse koning, Titus Tatius. Romulus koos 100 van de meest nobele mannen uit om de Romeinse Senaat te vormen als adviesraad voor de koning. Deze mannen werden patres genoemd (van pater: vader, hoofd), en hun nakomelingen werden de patriciërs. Hij stelde ook stem- en klassenstructuren in die de sociopolitieke gang van zaken in de Romeinse Republiek en het Romeinse Rijk zouden bepalen.
Numa Pompilius
Na de dood van Romulus was er een interregnum van een jaar, waarin tien uit de senaat gekozen mannen Rome regeerden als opeenvolgende interreges. Numa Pompilius, een Sabijn, werd uiteindelijk door de senaat gekozen om Romulus op te volgen vanwege zijn reputatie op het gebied van rechtvaardigheid en vroomheid. Numa’s bewind werd gekenmerkt door vrede en religieuze hervormingen. Numa bouwde een nieuwe tempel voor Janus en sloot, nadat hij vrede had gesloten met de buren van Rome, de deuren van de tempel om een toestand van vrede aan te geven. De deuren van de tempel bleven gedurende de rest van zijn bewind gesloten. Hij stelde de cultus van de Vestaalse Maagden in Rome in, evenals de “springende priesters”, bekend als de Salii, en drie flamines, of priesters, toegewezen aan Jupiter, Mars, en Quirinus. Hij stelde ook het ambt en de taken van Pontifex Maximus in, de hoofdpriester van de Romeinse staatsgodsdienst.
Tullus Hostilius
Tullus Hostilius leek veel op Romulus in zijn oorlogszuchtige gedrag, en totaal niet op Numa in zijn gebrek aan respect voor de goden. Tullus voerde oorlog tegen Alba Longa, Fidenae en Veii, en de Sabijnen. Tijdens Tullus’ heerschappij werd de stad Alba Longa volledig verwoest, waarna Tullus de bevolking in Rome inlijfde. Volgens de Romeinse historicus Livy verwaarloosde Tullus de verering van de goden totdat hij tegen het einde van zijn regering ziek werd en bijgelovig werd. Toen Tullus echter Jupiter aanriep en om hulp smeekte, antwoordde Jupiter met een bliksemschicht die de koning en zijn huis in de as legde. Tullus zou een nieuw onderkomen voor de Senaat hebben gebouwd, de Curia Hostilia, die nog 562 jaar na zijn dood bleef bestaan.
Ancus Marcius
Na de dood van Tullus kozen de Romeinen een vreedzame en religieuze koning in zijn plaats-Numa’s kleinzoon, Ancus Marcius. Net als zijn grootvader breidde Ancus de grenzen van Rome nauwelijks uit, en voerde hij alleen oorlog als zijn gebieden verdedigd moesten worden.
Lucius Tarquinius Priscus
Lucius Tarquinius Priscus was de vijfde koning van Rome en de eerste van Etruskische geboorte. Na zijn immigratie naar Rome kwam hij in de gunst bij Ancus, die hem later als zijn zoon adopteerde. Toen hij de troon besteeg, voerde hij oorlogen tegen de Sabijnen en de Etrusken, verdubbelde de omvang van Rome en bracht grote schatten naar de stad. Een van zijn eerste hervormingen was het toevoegen van 100 nieuwe leden aan de senaat uit de veroverde Etruskische stammen, waardoor het totale aantal senatoren op 200 kwam. Hij gebruikte de schatten die Rome door veroveringen had verworven om grote monumenten voor Rome te bouwen, waaronder het Forum Romanum, de tempel voor Jupiter op de Capitolijnse heuvel, en het Circus Maximus. Zijn heerschappij wordt het best herinnerd door de introductie van Etruskische symbolen van militaire onderscheiding en burgerlijk gezag
in de Romeinse traditie, waaronder de scepter van de koning, de ringen
die door senatoren werden gedragen, en het gebruik van de tuba voor militaire doeleinden.
Servius Tullus
Na de dood van Priscus volgde zijn schoonzoon, Servius Tullius, hem op de troon op. Net als zijn schoonvader voor hem, voerde Servius succesvolle oorlogen tegen de Etrusken. Hij gebruikte de schatten van zijn veldtochten om de eerste pomerium-muren te bouwen, die de Zeven Heuvelen van Rome volledig omsloten. Hij bracht ook organisatorische veranderingen aan in het Romeinse leger, en stond bekend om de invoering van een nieuwe grondwet voor de Romeinen en de verdere ontwikkeling van de burgerklassen. De hervormingen van Servius brachten een grote verandering in het leven van de Romeinen teweeg: het stemrecht werd nu gebaseerd op de sociaal-economische status, waardoor een groot deel van de macht in handen van de Romeinse elite kwam. Aan de 44-jarige heerschappij van Servius kwam een abrupt einde toen hij werd vermoord in een samenzwering onder leiding van zijn eigen dochter, Tullia, en haar man, Lucius Tarquinius Superbus.
Lucius Tarquinius Superbus
Terwijl Tarquinius aan de macht was, voerde hij een aantal oorlogen tegen de buren van Rome, waaronder de Volsci, Gabii en de Rutuli. Tarquinius hield zich ook bezig met een reeks openbare werken, met name de voltooiing van de Tempel van Jupiter Optimus Maximus op de Capitolijnse Heuvel. Tarquinius’ heerschappij wordt echter het best herinnerd vanwege zijn gebruik van geweld en intimidatie in zijn pogingen om de controle over Rome te behouden, en vanwege zijn gebrek aan respect voor de Romeinse gebruiken en de Romeinse Senaat. De spanningen liepen hoog op toen de zoon van de koning, Sextus Tarquinius, Lucretia, echtgenote en dochter van machtige Romeinse edelen, verkrachtte. Lucretia vertelde haar familieleden over de aanval en pleegde vervolgens zelfmoord om de schande van deze episode te vermijden. Vier mannen, onder leiding van Lucius Junius Brutus, zetten aan tot een revolutie, en als gevolg daarvan werden Tarquinius en zijn familie in 509 BCE afgezet en uit Rome verbannen. Door zijn daden en de manier waarop het volk deze bekeek, kreeg het woord voor koning, rex, in de Romeinse cultuur een negatieve connotatie tot de val van het Romeinse Rijk. Brutus en Collatinus werden de eerste consuls van Rome en markeerden het begin van de Romeinse Republiek. Deze nieuwe regering zou de volgende 500 jaar standhouden, tot de opkomst van Julius Caesar en Caesar Augustus, en een periode beslaan waarin het gezag en de controle van Rome zich uitstrekten tot grote delen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.