Aucuba japonica
Aucuba japonica werd in 1783 in Engeland geïntroduceerd door de leerling van Philip Miller, John Graeffer, in eerste instantie als een plant voor een verwarmde kas. De plant werd door 19e-eeuwse tuiniers op grote schaal geteeld als de “goudplant”. De gekweekte planten waren vrouwelijk, en het was een doel van de botanische reis van Robert Fortune naar het pas geopende Japan in 1861 om een mannelijk exemplaar te vinden. Deze werd gevonden in de tuin van Dr. Hall, woonachtig te Yokohama, en opgestuurd naar de kwekerij van Standish & Noble te Bagshot, Surrey. De moederplant van de firma werd bevrucht en tentoongesteld, overdekt met rode bessen, in Kensington in 1864, en veroorzaakte een sensatie die in 1891 een hoogtepunt bereikte met de uitspraak van de secretaris van de Royal Horticultural Society, de Rev. W. Wilkes, “Je kunt er nauwelijks te veel van hebben”. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een reactie op haar alomtegenwoordigheid.
Deze plant wordt gewaardeerd voor haar vermogen om te gedijen in de moeilijkste tuinomgeving, de droge schaduw. Hij kan ook goed tegen vervuiling en zoute kustwinden. Hij wordt vaak gezien als een informele haag, maar kan ook binnenshuis als kamerplant worden gekweekt. Tegenwoordig zijn er talrijke cultivars verkrijgbaar in tuincentra. De meest populaire cultivar is ‘Variegata’, met gele vlekken op de bladeren; dit is een vrouwelijke kloon, een soortgelijke mannelijke kloon wordt ‘Maculata’ genoemd. De volgende cultivars hebben de Royal Horticultural Society’s Award of Garden Merit gekregen:
- ‘Crotonifolia’
- ‘Golden King’
- ‘Rozannie’ – Een zelfvruchtbare variëteit die geen bestuiver nodig heeft, produceert dieprode bessen tegen stevig groen, glanzend blad.
Andere cultivars zijn:-
- ‘forma longifolia’
- ‘Mr. Goldstrike’ – Mannelijke plant met zwaar geel gespikkelde bladeren.
- ‘Picturata’ – Vrouwelijke plant met geel blad omzoomd met groen.
- ‘Petite Jade’ – Variëteit met smallere bladeren dan andere soorten, slank, en getand. Stevig groen, tot 1.80 m hoog (kan tot 1.80 m worden na 20 of meer jaar).
- ‘February Star’ – Vrouwelijke plant met smalle bladeren en spaarzame puntjes van variegatie.