Geitenrassen Nubisch
Nubisch
Het Anglo-Nubische ras is in Engeland ontstaan als kruising tussen de Old English Milch Goat en de Zariby en Nubische bokken die uit India, Rusland en Egypte zijn ingevoerd. Zij zijn vanuit Engeland naar de meeste landen geëxporteerd. In de Verenigde Staten worden ze gewoon Nubiërs genoemd.
Het hoofd is het onderscheidende raskenmerk, waarbij het gezichtsprofiel tussen de ogen en de snuit sterk convex is (Romeinse neus). De oren zijn breed, hangend en lang – ze steken minstens 2,54 cm over de snuit uit wanneer ze plat tegen het gezicht worden gehouden. Ze liggen dicht tegen het hoofd bij de slapen en waaieren lichtjes uit en naar voren bij de afgeronde punt, en vormen zo een klokvorm. De oren zijn niet dik en het kraakbeen is goed afgetekend. Het haar is kort, fijn en glanzend. De kleur is meestal roodachtig, vaak met vlekken of vlekkenpatronen.
Door hun afkomst uit het Midden-Oosten kunnen deze geiten in zeer warme klimaten leven en hebben ze een langer voortplantingsseizoen dan andere melkgeiten. Ze worden beschouwd als een melkgeitenras, of een ras dat voor twee doeleinden kan worden gebruikt. Nubiërs staan bekend om hun hoge botervetopbrengst in hun melk, gemiddeld 5 procent of meer. Deze hoeveelheid wordt alleen overtroffen door die van de Nigeriaanse dwerggeit, de Pygmeegeit en de Boergeit, die alle minder geschikt zijn voor grootschalige melkproductie, zoals in een zuivelfabriek of voor kaasbereiding. Door het hogere vetgehalte heeft de Nubische melk meer smaak dan melk met een lager vetgehalte. De melkproductie is gemiddeld lager dan die van andere melkrassen.
Nubische dongen wegen minstens 61 kilo en bokken 79 kilo. De minimum schofthoogte van het ras, gemeten op de schoft, is 76 centimeter voor hinden en 88 centimeter voor bokken. In tegenstelling tot andere melkrassen zijn Nubiërs door sommige producenten gebruikt voor de productie van geitenvlees. Het ras is groot, wat een snelle groei met zich brengt. Door hun grote hangende oren vormen ze vaak een goede basis voor opwaardering tot de Boer.