Articles

Moreel absolutisme

Niet te verwarren met Moreel universalisme.
Dit artikel gaat over moreel absolutisme als een theorie van normatieve ethiek. Voor moreel absolutisme als theorie van de meta-ethiek, zie Moreel universalisme.

Dit artikel heeft meerdere problemen. Help het te verbeteren of bespreek deze problemen op de overlegpagina. (Leer hoe en wanneer u deze sjabloonberichten kunt verwijderen)

Dit artikel steunt grotendeels of geheel op één bron. Relevante discussie is te vinden op de overlegpagina. Help a.u.b. dit artikel te verbeteren door citaten naar aanvullende bronnen op te nemen.
Vind bronnen: “Moreel absolutisme” – nieuws – kranten – boeken – scholar – JSTOR (januari 2015)

Dit artikel bevat mogelijk origineel onderzoek. Gelieve het te verbeteren door de beweringen te verifiëren en inline citaten toe te voegen. Beweringen die alleen uit origineel onderzoek bestaan, moeten worden verwijderd. (Januari 2015) (Leer hoe en wanneer u dit sjabloonbericht verwijdert)

(Leer hoe en wanneer u dit sjabloonbericht verwijdert)

Moreel absolutisme is een ethische opvatting dat alle handelingen intrinsiek goed of fout zijn. Stelen kan bijvoorbeeld altijd als immoreel worden beschouwd, zelfs als het voor het welzijn van anderen wordt gedaan (bijv. het stelen van voedsel om een uitgehongerd gezin te voeden), en zelfs als het uiteindelijk een dergelijk goed bevordert. Moreel absolutisme staat in contrast met andere categorieën van normatieve ethische theorieën zoals het consequentialisme, dat stelt dat de moraliteit (in de ruime zin) van een handeling afhangt van de gevolgen of de context van de handeling.

Moreel absolutisme is niet hetzelfde als moreel universalisme. Universalisme stelt alleen dat wat goed of fout is onafhankelijk is van gewoonte of mening (in tegenstelling tot moreel relativisme), maar niet noodzakelijkerwijs dat wat goed of fout is onafhankelijk is van context of gevolgen (zoals in absolutisme). Moreel universalisme is verenigbaar met moreel absolutisme, maar ook met standpunten zoals consequentialisme. Louis Pojman geeft de volgende definities om de twee posities van moreel absolutisme en universalisme te onderscheiden:

  • Moreel absolutisme: Er is minstens één principe dat nooit geschonden zou mogen worden.
  • Moreel objectivisme: Er is een feit of een bepaalde handeling moreel toelaatbaar of ontoelaatbaar is: een feit dat niet alleen afhangt van sociale gewoonten of individuele acceptatie.

Ethische theorieën die sterk de nadruk leggen op rechten en plichten, zoals de deontologische ethiek van Immanuel Kant, zijn vaak vormen van moreel absolutisme, net als veel religieuze morele codes.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *