Articles

Morfologie van de wenkbrauwrug

De morfologie van de supraorbitale regio varieert aanzienlijk tussen hominoïde soorten. Gorilla’s en chimpansees (en de meeste fossiele hominiden) hebben een prominente supraorbitale torus, of wenkbrauwkam, die zich voordoet als een doorlopende uitstekende kam boven de oogkassen en de neus (hoewel doorlopend, is de torus anatomisch onder te verdelen in drie regio’s: lateraal geplaatste supraorbitale trigonen, mediaal geplaatste supercillaire bogen, en een op de middellijn uitstekende glabellaire uitstulping). Bij deze soorten met prominente wenkbrauwruggen, is een supratorale sulcus over het algemeen aanwezig als een ondiepe groef juist posterieur aan de torus. Bij mensen en orang-oetangs ontbreken prominente wenkbrauwruggen. Wenkbrauwruggen kunnen zich ontwikkelen als een architectonisch of biomechanisch bijproduct van het overbrengen van een prognathisch (vooruitspringend) gelaat op het lage voorhoofdsbeen dat kenmerkend is voor mensapen en vroegere mensen, zodat het ontbreken van een wenkbrauwrug bij de moderne mens een gevolg is van het hebben van een orthognathisch (verticaal) gelaat en een verticaal voorhoofd (hoog voorhoofd). Orang-oetans hebben een supraorbitale rand (een dunne, niet vooruitstekende rand over de oogkassen) in plaats van een torus, hetgeen een functie kan zijn van de airorynchy (achterwaartse draaiing van het gezicht in de richting van het neurocranium) die kenmerkend is voor deze apen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *