Mycotoxine
Mycotoxine, natuurlijk voorkomend metaboliet geproduceerd door bepaalde microfungi (d.w.z., schimmels) dat giftig is voor mensen en andere dieren. Mycotoxinen komen in grote aantallen en variëteit voor, hoewel slechts een klein aantal regelmatig in menselijke levensmiddelen en diervoeders voorkomt. Voedingsmiddelen die kunnen worden aangetast zijn onder meer gerst, maïs, aardnoten, haver, rijst, rogge, sorghum, suiker en tarwe. Mycotoxinen worden in het algemeen onderscheiden van paddenstoelengif, dat wordt geproduceerd door grote schimmels (d.w.z, paddestoelen).
Mycotoxinen die van bijzonder belang zijn voor de gezondheid van mens en vee zijn aflatoxinen, deoxynivalenol/nivalenol, fumonisinen, ochratoxine, en zearalenon. De toxische effecten van dergelijke stoffen kunnen hallucinaties, huidontsteking, ernstige leverschade, bloedingen, abortus, stuiptrekkingen, neurologische stoornissen en de dood bij vee en mensen omvatten. Verscheidene mycotoxinen veroorzaken DNA-schade of worden in verband gebracht met tumorvorming. Deoxynivalenol bijvoorbeeld, dat door bepaalde Fusarium-soorten wordt geproduceerd, is genotoxisch, induceert DNA-beschadiging en verhoogt aanzienlijk het apoptose-cijfer in cellen. Aflatoxinen, een complex van mycotoxinen die worden geproduceerd door Aspergillus, een bodemverbeteraar, kunnen leveraandoeningen veroorzaken en zijn bij proefdieren een krachtig carcinogeen (kankerverwekkend agens) gebleken.