50 Hilarische Peutermoppen die je kleine Dwergje zullen kietelen
Moeders zijn dol op moppen. Gelukkig is het ook makkelijk om ze aan het lachen te maken. Een peutermop kan bestaan uit verfijnde komedie, zoals scheetgrappen en -geluiden maken, frambozen blazen, of grappige gezichten trekken. Soms heb je echter meer geïnspireerd materiaal nodig. Een van de beste dingen aan het hebben van een peuter is dat ze geen harde critici als het gaat om grappen. Ze zijn een vrij gemakkelijk publiek, maar alleen als je ze bereikt op hun niveau. In dit geval zijn grapjes over dieren en grappige vragen die op hen betrekking hebben, in principe je beste gok. En wat is er nu beter dan het geluid van een giechelende baby?
Dus hebben we wat kwaliteitsmateriaal en kindergrappen voor je verzameld voor de volgende keer dat je een driftbui van een peuter moet zien te voorkomen, of dat je je kleintje wilt afleiden terwijl je probeert wat groenten in hun bord te smokkelen.
GeRELATEERD: 45 Beste Raadsels Voor Kinderen Die Niet Te Moeilijk Op Te Lossen Zullen Zijn
1. Wat is het favoriete toetje van een geest?
Ik schreeuw!
2. Hoe noem je een slapende dinosaurus?
Dino-SNORE!
3. Klop, klop!
Wie is daar?
Justin.
Justin wie?
Justin tijd voor het ontbijt!
4. Wat doet de koe voor de lol?
Hij gaat naar de moooo-vies.
5. Wat is een verkouden trein?
Een tsjoek-tsjoek trein.
6. Waarom was zes bang voor zeven?
Omdat zeven acht negen is.
7. Waarom heeft de banaan medicijnen nodig?
Hij pelt niet goed af.
8. Waarom wordt de klok uit de bibliotheek verbannen?
Omdat hij te veel tikt.
9. Welk soort boom past in je hand?
Een palmboom!
10. Wat krijg je als je heet water in een konijnenhol giet?
Hete kruis konijntjes.
11. Waarom hebben giraffen zo’n lange nek?
Omdat ze stinkende voeten hebben.
12. Klop, klop.
Wie is daar?
Boe! Boe wie?
O nee, niet huilen!
13. Klop, klop.
Wie is daar? Onderbrekende piraat!
Onderbrekende…
AAAAAR!
14. Klop, klop.
Wie is daar?
Banaan!
Banaan wie?
Klop, klop.
Wie is daar?
Banaan!
Banaan wie?
Klop, klop.
Wie is daar?
Oranje.
Oranje wie?
Oranje ben je blij dat ik geen banaan heb gezegd?
15. Waarom noemen we zeemeeuwen meeuwen?
Omdat als ze over de baai vlogen, het bagels zouden zijn!
16. Hoe noem je een dansende koe?
Een milkshake!
17. Wat is de favoriete letter van een piraat?
Arrrr!
18. Hoe laat je een tissue dansen?
Je stopt er een beetje boogie in.
19. Welke kaas is alleen van mij?
Nacho-kaas!
20. Klop, klop.
Wie is daar?
Koeien gaan.
Koeien gaan wie?
Nee, domkop! Koeien gaan loeien!
21. Wat draagt een wolk onder zijn regenjas?
Donderkleding.
22. Wat zegt de ene vulkaan tegen de andere?
“Ik lava je!”
23. Waarom vertellen we nooit moppen over pizza?
Ze zijn te cheesy.
24. Wat geef je een zieke citroen?
Lemon-Aid!
25. Wat is bruin en plakkerig?
Een stok!
26. Wat is het verschil tussen zebra’s en bananen?
Bananen zijn geel!
27. Waarom stak de jongen de straat over?
Omdat de koe MOOOOOOOOOOOOOOOO zei.
28. Wat is het favoriete liedje van een snotneus?
De Motown Boogie.
29. Vegetariër worden is een grote gemiste biefstuk!
30. Hoe noem je een haan die naar een berg sla staart?
Een kip ziet een salade.
31. Klop, klop.
Wie is daar?
Onterbrekende koe.
Onderbrekende koe wh-
MOOO!
32. Wat doet een koe voor de lol?
Gaat naar de mooo-vies.
33. Waar leer je ijs maken?
Sundae school.
34. Hoe noem je een beer zonder tanden?
Een gummibeer.
35. Hoe noem je een verdrietige aardbei?
Een bosbes.
36. Waarom kun je Elsa geen ballon geven?
Ze zal “Let It Go.”
37. Waarom betaalde de eend niet voor de chapstick?
Hij wilde het op zijn rekening zetten.
38. Waarom deed Darth Vader één lampje uit?
Hij heeft het liever aan de donkere kant.
39. Hoe noem je een vlieg zonder vleugels?
Een wandeling.
40. Hoe geef je een feestje op Mars?
Je planeet.
41. Klop, klop.
Wie is daar?
Letuce.
Letuce wie?
Letuce erin, het is koud hier!
41. Klop, klop.
Wie is daar?
Atch.
Atch wie?
Gelukkig!
42. Waarom heeft de superheld het toilet doorgespoeld?
Omdat het zijn drol was.
43. Waarom ging het koekje naar de dokter?
Hij voelde zich niet lekker.
44. Hoe zegt de oceaan hallo?
Hij golft.
45. Wat zei de boom tegen de wind?
“Laat me met rust!”
46. Wat zei de ene vuurvlieg tegen de andere?
“Je gloeit, meisje!”
47. Hoe noem je een ezel met drie poten?
Een wonkey.
48. Wat is het verschil tussen olifanten en bananen?
Bananen zijn geel.
49. Wat is snel, luid en knapperig?
Een raketchip!
50. Hoe noem je een mier die de misdaad bestrijdt?
Een burgerwacht!