Acht van de dodelijkste huurmoordenaarsgroepen uit de geschiedenis
De Ninja
De term âNinja’ is een westerse term. In Japan stonden deze bendes van geheime agenten bekend als ‘Shinobi’, van het Japans voor ‘wegkapen’ of ‘verbergen’. De shinobi of Ninja zijn wellicht in China ontstaan, aangezien hun werkwijze leek op die van de Chinese huurmoordenaars die Sun Tzu beschreef in zijn âArt of War. In de Japanse geschiedschrijving duiken ze echter pas op in de twaalfde eeuw na Christus.
Sommige historici, zoals Stephen Turnbull, beweren dat de Ninja werden gerekruteerd uit de lagere klassen of afgewezen samurai. De meeste elite Ninja groepen werden echter opgevoed en getraind in families. Deze families leefden in onafhankelijke gebieden, ze regeerden zonder een opperheer. De Iga en Koga gebieden van Japan stonden bekend om hun Ninja âtrainingsscholen’ en gaven al snel hun naam aan de twee meest prestigieuze groepen Ninja: de Iga en Koga.
Op deze scholen trainden de Ninja in de kunst van Ninjutsu, die hen zowel met sluip- als vechttechnieken uitrustte. Ninja moesten leren hoe ze zich in verschillende omgevingen konden camoufleren en hoe ze zich snel en stil konden voortbewegen. Daartoe hadden ze een gevarieerd arsenaal aan uitrusting. Naast wapens zoals pijlen, werpsterren, kettingen, gif, zwaarden en zelfs handgranaten, gebruikten ze touwen, haken, een afluisterapparaat genaamd mizugumo en de happo, een kleine eierschaal gevuld met een verblindend poeder om snel te kunnen ontsnappen.
De Ninja beleefden hun hoogtijdagen in de Sengoku periode van de vijftiende en zeventiende eeuw toen ze onmisbaar werden voor de Japanse heersende clans die met elkaar wedijverden om de suprematie. Ninja’s voerden de geheime taken uit die de eerzame samurai niet zouden doen. Een voorbeeld van de activiteiten van de Ninja was de Shimabara-opstand van 1637-1638 toen de Shogun Tokugawa Lemitsu de Koga Ninja inhuurde om te infiltreren in de christelijke rebellen in het kasteel van Hara in de provincie Hizen. De Koga-moordenaars werden elke nacht het kasteel ingestuurd om verslag uit te brengen over de zwakke plekken, en ook om de voorraden van het kasteel te plunderen en de verdediging te saboteren.
Ninja’s voerden ook heimelijke moorden uit. Degenen die gevaar liepen door een Ninja-moord begonnen voorzorgsmaatregelen te nemen en verborgen wapens in badkamers en onder vloerplanken, zodat men een poging kon doen om zichzelf te beschermen. Huizen en kastelen werden aangepast met anti-ninja-apparatuur: vallen en struikeldraden, maar ook opzettelijk piepende vloerplanken en lawaaierige grindpaden, om te waarschuwen voor de nadering van de ninja’s.
In de late zestiende eeuw werden de ninja-activiteiten door krijgsheer Oda Nobunaga aan banden gelegd. In de achttiende eeuw werden de ninja’s echter weer respectabel en vormden ze de kern van de opkomende Japanse geheime dienst.