Röntgenfoto’s van de elleboog
Tessa Davis. Elleboog röntgenfoto’s, Vergeet de bubbels niet, 2013. Beschikbaar op:
https://doi.org/10.31440/DFTB.4522
Laat je niet misleiden door röntgenfoto’s van je elleboog. Hier is een gids voor een systematische aanpak. (Klik op de afbeeldingen om ze op ware grootte te zien).
1. Controleer of uw lateraal echt een lateraal is
Zoek naar het zandloperteken of ‘achtpunt’, dat aangeeft dat u naar een echte lateraal kijkt.
2. Kijk naar een anterieur vetkussentje
Een klein vetkussentje is normaal, maar een groot vetkussentje (zeilteken) wijst op intra-articulair letsel.
3. Kijk naar een posterieur vetkussentje
Bijna altijd abnormaal, en wijst in 75% op een fractuur.
4. Controleer de anterieure humeruslijn
Teken een lijn langs de anterieure rand van de humerus. Deze moet door het middelste derde deel van het capitellum gaan.
Displacement suggereert een waarschijnlijke fractuur (als er geen acht is, is deze lijn niet nauwkeurig).
5. Controleer de radiocapitellaire lijn
Teken een lijn door het midden van het proximale uiteinde van het spaakbeen – deze moet het capitellum in laterale en AP-aanzichten doorsnijden.
Displacement wijst op een radiuskopdislocatie.
6. Kijk naar de hoek van de caput radialis
Zoek naar subtiele hoekverplaatsingen van de caput radialis die kunnen wijzen op een fractuur.
7. Controleer de cortexlijnen van de distale humerus
Zoek naar een verstoring van de cortex aan de anterieure of posterieure humerusranden. Dit zou meestal gepaard gaan met vetkussentjes of verplaatsing van de anterieure humeruslijn.
8. Ga door alle ossificatiecentra
Controleer of de ossificatiecentra geschikt zijn. Gebruik CRITOE: capitellum (1); radiuskop (3); interne epicondylus (5); trochleair (7); olecranon (9); externe epicondylus (11).