ASE Certification Practice Tests
Een verstopt oliefilter van de automatische transmissie veroorzaakt een merkbare vertraging bij het schakelen van Park naar andere versnellingen. Als de versnellingsbak tijdens het achteruitrijden met veel vertraging van Park naar Reverse schakelt, vermoed dan een lage oliedruk. Lage druk veroorzaakt ook problemen bij het schakelen naar andere versnellingen.
Het oliefilter van de transmissie verwijdert schadelijke deeltjes en slijpsel uit de automatische transmissievloeistof. Deze filters raken na verloop van tijd verstopt met dit vuil, wat resulteert in een verminderde doorstroming en een lage oliedruk naar het klephuis. Stalen gaas- en oppervlaktefilters zijn bijzonder gevoelig voor verstopping en moeten met regelmatige tussenpozen worden vervangen. Deze daling van de doorstroming en de druk resulteert in verhongering van de transmissie-oliepomp en lage leidingdruk.
Het filter bevindt zich in de oliepan van de transmissie en is gemonteerd op het klephuis. De transmissievloeistof wordt door het filter gezogen voordat het in het klephuis komt. Het filter reinigt de vloeistof voordat het in de pomp komt en door het smeersysteem gaat.
Het filter beschermt de oliepomp, transmissieassen, bussen en lagers tegen schadelijke verontreinigingen en vuil. Extra filters in de leiding van de transmissiekoeler bieden extra bescherming.