Thomas Nast

Thomas Nast, (geboren 27 september 1840, Landau, Beierse Pfalz -gestorven 7 december 1902, Guayaquil, Ecuador), Amerikaans cartoonist, vooral bekend door zijn aanval op de politieke machine van William M. Tweed in New York City in de jaren 1870.

Nast kwam als jongen van zes aan in New York. Hij studeerde kunst aan de National Academy of Design en werd op 15-jarige leeftijd tekenaar voor Frank Leslie’s Illustrated Newspaper en op 18-jarige leeftijd voor Harper’s Weekly. In 1860 ging hij naar Engeland voor de New York Illustrated News en in datzelfde jaar ging hij naar Italië om de opstand van Giuseppe Garibaldi te verslaan voor The Illustrated London News en Amerikaanse publicaties.

Bij het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog steunde Nast vanaf zijn tekentafel bij Harper’s Weekly krachtig de zaak van de Unie en verzette hij zich tegen de slavernij. Zijn cartoons “After the Battle” (1862), waarin hij Noordelijken aanvalt die zich verzetten tegen een energieke voortzetting van de oorlog, en “Emancipation” (1863), waarin hij de kwaden van de slavernij en de voordelen van de afschaffing ervan laat zien, waren zo effectief dat president Abraham Lincoln hem “onze beste wervings-sergeant” noemde. Tijdens de wederopbouw portretteerde Nast’s cartoons president Andrew Johnson als een repressieve autocraat en karakteriseerde hij de zuiderlingen als wrede uitbuiters van hulpeloze zwarten, wat zijn bittere teleurstelling in de naoorlogse politiek verraadde.

Veel van Nasts meest effectieve cartoons, zoals zijn “Tammany Tiger Loose” en “Group of Vultures Waiting for the Storm to Blow Over” (beide 1871), waren virulente aanvallen op de politieke machine van New York, Tammany Hall, onder leiding van “Boss” Tweed. Zijn cartoons waren waarschijnlijk een van de belangrijkste factoren in de ondergang van de machine. Nast’s karikatuur van de vluchtende politieke baas leidde tot de identificatie en arrestatie van Tweed in Vigo, Spanje, in 1876.

Tegen 1885 werden Nast’s meningsverschillen met de redacteuren van Harper’s Weekly steeds frequenter; zijn laatste Harper’s cartoon verscheen in 1886. Zijn bijdragen aan andere bladen werden zeldzaam en nadat hij bijna al zijn spaargeld had verloren in het faillissement van het makelaarskantoor van Grant & Ward in 1884, werd hij berooid. In 1902 werd hij benoemd tot consul-generaal in Guayaquil, Ecuador.

Nast schilderde ook olieverfschilderijen en boekillustraties, maar zijn faam berust op zijn karikaturen en politieke cartoons. Uit zijn pen kwamen de olifant van de Republikeinse Partij, de tijger van Tammany Hall, en een van de populairste afbeeldingen van de Kerstman. Hij populariseerde ook de ezel van de Democratische Partij.